103 Naar aanleiding hiervan werd aan het landschap eene oor logsschatting opgelegd. Lettende op de armoede der bevolking, werd door den Gouverneur het bedrag dier boete vastgesteld op 3000 of 3. per hoofd van gezin. XVI. Tocht naar Soppeng. Hoewel blijkens de politieke mededeelingen van den Gouver neur van Celebes reeds in 1904 de gezindheid van het Sop- pengsche bestuur te wenschen overliet en ook vóór en tijdens het begin der expeditie sterke vermoedens bestonden, dat Soppeng zich bij het verbond Boni-Gowa-Wadjo had aange sloten, zoo werd hierin nochtans geen argument gevonden voor eenig optreden tegen dit rijkje. Gedurende den tocht naar Wadjo vestigde zich evenwel bij den Bevelhebber meer en meer de overtuiging, dat het noodig zou zijn ook in Soppeng betere verhoudingen te scheppen en de rust te verzekeren. Dit land toch stond bekend als een der onrustigste van geheel Zuid-Celebes en de slechte invloed van zijn woel zieke hoofden zou het pacificatiewerk in de naastliggende streken ernstig kunnen schaden. In de beschrijving van den tocht naar Wadjo is medegedeeld hoe de datoe van Soppeng in hare waardigheid van patola van Wadjo (een der zes annan- gaé of voornaamste vorsten), herhaaldelijk weigerachtig was gebleven hare opwachting te maken bij den Bevelhebber, ter zake van welke houding zij dan ook beboet werd door het hoofdbestuur van Wadjo. Tevens kwam allengs aan het licht, dat lieden uit Soppeng hadden deelgenomen aan het eerste gevecht bij Paré-Paré en dat benden uit Mario-ri-Wawo en Zuid-Soppeng medeplichtig waren aan den inval in de Berg- regentschappen. En tijdens de reis van den Gouverneur over Pampanoea naar Paré-Paré medio September bleef de datoe van Soppeng, hoewel tijdig in kennis gesteld met het voornemen van die autoriteit om door haar gebied te trekken, zelfs in gebreke zich bij dezen hoogen vertegenwoordiger van het Gouvernement te melden. In overleg met den Bevelhebber werd daarom besloten, dat deze met eene troepenmacht naar Watan- Soppeng zou oprukken, om het Soppengsche bestuur de z. g. korte verklaring te doen onderteekenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 107