6 Bij het overlijden van de leenvorstin, in het begin van 1895, trachtte hij zijn invloed te behouden en zich zelf tot vorst te doen kiezen, hetgeen hem echter niet gelukte door de tegen werking van Lapawawooi, den intusschen tot rijksbestierder verheven halfbroeder van de overleden leenvorstin, die de hadatsleden op zijn hand had, en wist te bewerken, dat de 13 jarige erfprinses, Bassé Daëng Baoe, tot opvolgster werd verkozen. Aan deze verkiezing gaven de rijksgrooten echter slechts een voorloopig karakter, daar de Gouverneur van Celebes van Braam Morris hun had opgedragen met de aanwij zing van een nieuwen bestuurder te wachten, tot hij persoonlijk daarover met den hadat in Boni zou hebben beraadslaagd. De bedoeling van den Gouverneur was deze gelegenheid te benutten om een einde te maken aan den Gowareeschen invloed in Boni, waarvoor het in de eerste plaats noodig zou zijn Kraëng Popo's macht te breidelen. De keuze van de erfprinses van Gowaschen bloede, die bovendien nog met den oudsten zoon van den regeerenden radja van Gowa zou huwen, was dus allerminst toelaatbaar. Het resultaat van de bemoeiingen van den Gouverneur was, dat de hadat bekende, uit vrees voor Kraëng Popo diens dochter te hebben verkozen, maar dat zijne leden, en ook geheel Boni, het liefst den rijksbestierder Lapawawooi tot leen- vorst verheven zouden zien. Dienovereenkomstig geschiedde; onder den naam van Lapawawooi Kraëng Segeri werd de toen bijna 60 jarige rijksbestierder tot leenvorst verheven. Den 16den Februari 1896 werd door hem het contract geteekend, regelende de verhouding van Boni tot het Nederlandsch-Indische Gouvernement, welk contract den 4den Januari 1897 door den Gouverneur-Generaal werd bekrachtigd. Kraëng Popo, aan wien het langer verblijf in Boni werd ontzegd, keerde kort na de verheffing van Lapawawooi naar Gowa terug, alwaar hij in 1902 overleed. Bassé Daëng Baoe bleef in Boni en overleed aldaar in Februari 1903. De levensloop van Lapawawooi Kraëng Segeri had hem vóór zijne verheffing tot leenvorst reeds meermalen met ons bestuur in aanraking gebracht. Evenals zijn vader had hij tijdens de expe ditie van 1859 Boni verlaten; hij was onze troepen gevolgd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 10