Ill
controleur Goedhart, van Pampanoea naar Soppeng opgerukt
en dien dag te Tjabeengé gebivakkeerd.
Den 4en November werd Watan-Soppeng bereikt, alwaar de
Nederlandsche vlag woei, terwijl de houding van de bevolking
niets te wenschen overliet. Bij het bezoek van den colonne
commandant en den controleur t/b ten huize van de datoe van
Soppeng verontschuldigde La Pabeangi (de prinsgemaal) zijne
echtgenoote; hem werd verzocht aroe Bila te ontbieden. Toen
deze verscheen, werd hem afgevraagd, welke de strekking was
van zijn (namens de datoe) aan alle Soppengsche vasallen
gericht rondschrijven (zie boven); het antwoord luidde, dat
geen andere bedoeling had voorgezeten dan om te weten of
de vasallen voortaan beter de bevelen van het Soppengsche
hoofdbestuur zouden opvolgen en dat de prinsgemaal, noch hij,
ook maar voor een oogenblik aan verzet tegen het Gouverne
ment hadden gedacht.
Verder werd vernomen, dat van den soele datoe nog geen
antwoord bekomen was op het aan hem gericht schrijven van
de datoe om te Watan-Soppeng te verschijnen, en dat zoowel
de watang lipoe als La Mappé sinds lang het gezag van de
datoe niet meer erkenden. Zij, zoowel als de soele datoe
waren vast besloten zich tegen het Gouvernement te verzetten
in de stellingen aan de Saloloong, te Djilangé en te Padoempoe,
alle op of in de nabijheid van den weg naar Lampoko gelegen.
Het doel zou zijn de onzen van alle zijden in te sluiten, wanneer
wij in het ravijn van de Saloloong mochten afdalen. De verzets
partij zou ten slotte versterkt zijn geworden door lieden uit Barroe
en het zuidelijk deel van Sidenreng, zoodat men de beschikking
had over een 800 tal geweren. Volgens bericht zou de hadat
van Barroe geweren aan den soele datoe hebben geleend, terwijl
de bestuurder van dit land zich naar elders begeven had.
Den 4en November Lawoe bereikt en verlaten bevonden
zijnde, werd den 5en November met 77 geweren eene verken
ning gemaakt naar de Saloloong, waarbij op eene gewapende
bende van 80 geweren werd gestuit. De vijand werd uit de
stelling aan de Saloloong verdreven, waarna de colonne, zich
niet sterk genoeg achtende ook de volgende stellingen te nemen,
naar Lawoe terugkeerde.