114 boschpad naar Tedong-Lomo afgedaald, waar om 6 uur n. m. het bivak betrokken werd. Om 8 uur n. m. kwam de peteké trein in het bivak aan, zonder gedurende den marsch iets bij zonders te hebben ontmoet. Den 12en November zette de colonne den marsch voort; Kading werd verlaten bevonden. Omstreeks 2 uur n. m. werden op de westelijke uitloopers van den Boeloe-Alipang tijdelijke nederzettingen waargenomen en bleek de vijand hier stellingen te hebben aangelegd. Feitelijk was de colonne hier in den rug der stelling, daar deze naar het westen (Lampoko) gekeerd was, en naar het oosten gedekt werd door de stellingen der Saloloong en van Saring. De vijand had zijn rug blijkbaar voldoende beveiligd geacht en niet gerekend op de colonne Kooij tusschen zijne beide fronten in. Terwijl de colonne Kooij dus in den rug van den vijand ageerde, was ook reeds van uit Lampoko door onze troepen tegen 's vijands stelling opgetreden. Nadat n. 1. den 9en November het bericht van den kapitein van der Vliet omtrent de verkenning op 5 November der Salo loong te Makasser was ontvangen, besloot de Bevelhebber zoo spoedig mogelijk eene compagnie naar Lampoko te zenden, ten einde van daar naar Lawoe op te rukken. In verband hiermede werd aan H. M. Assahan per draadloos telegram opgedragen den lOen November van haren tocht langs de westkust naar Makasser terug te keeren, om bedoelde compagnie naar Lampoko over te voeren, terwijl aan de colonne Engelen, die den 6en November van Pangkadjéné (zie hoofdstuk XIII ad. B) naar Barroe was opgerukt, werd opgedragen den 11 en eveneens naar Lampoko te marcheeren. Den llen November werd om 4 uur v. m. een nieuw spoed bericht uit Pampanoea te Makasser ontvangen, meldende dat den 7en November aan den kapitein Kooij was opgedragen zich met spoed te Lawoe met de colonne van der Vliet te vereenigen. Naar aanleiding hiervan vertrok de Bevelhebber 2 uur later met H. M. Assahan naar Lampoko, medenemende de 3de compagnie 8ste bataljon onder den kapitein Lenshoek en alle beschikbare dwangarbeiders, benevens 8 dagen vivres voor deze oclonne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 118