115
zoowel als voor die van den kapitein Engelen. Om 5 uur 30'
n. m. kwam de Assahan te Lampoko aan, waar de colonne
Engelen eenige uren te voren reeds was gearriveerd. Inmiddels
had de Bevelhebber in den namiddag een draadloos telegram
uit Makasser ontvangen, dat volgens een na zijn vertrek uit
Pampanoea ontvangen tijding de te Lawoe vereenigde colonnes
van der Vliet en Kooij tezamen 2'/2 compagnie sterk zouden
zijn.
Den 12en November rukte, ingevolge bekomen opdracht van
den Bevelhebber, de compagnie Lenshoek uit Lampoko op in
de richting van Lawoe, om verbinding te zoeken met de troepen
uit Pampanoea. Om 7 uur 40' v. m. werd voeling met den
vijand verkregen. Bij hare vergeefsche poging om den ingang
van de kloof, waardoor de weg naar Lawoe voert, te forceeren,
sneuvelde 1 inlandsch fuselier en werden 5 andere gewond.
Om 1 uur betrok de compagnie een bivak in kampong Boeloe-
Doewa.
Toen om 2 uur n. m. geweervuur werd vernomen, rukte de
kapitein Lenshoek met 1 peloton opnieuw op naar de vijandelijke
stelling. Om 3 uur n. m. werd voeling verkregen met de colonne
Kooij, en verder in vereeniging met deze de laatste weerstand
van den vijand gebroken.
Met achterlating van 1 sectie in de stelling keerde de colonne
Lenshoek bij het invallen der duisternis naar het bivak terug.
De colonne Kooij betrok het bivak in kampong Baloesoe.
De vijand had op het gevechtsterrein 18 gesneuvelden en 5
gewonden achtergelaten. Gedurende de volgende dagen werden
nog herhaaldelijk gewonden des vijands te Lampoko en Boloesoe
aangebracht. Volgens latere berichten van de bevolking had
de vijand bij de gevechten van den 12en November een verlies
geleden van 4100 gesneuvelden en 150 gewonden. Voorts
vielen in onze handen 5 lila's, 2 achterlaad- en lövoorlaad-
geweren, benevens 5 revolvers en zeer veel munitie, w.o.
10.000 beaumont- en andere achterlaadpatronen.
Terwijl de compagnie Lenshoek den volgenden dag eene
verkenning maakte naar de Boeloe-Alipang en het gevechts
terrein van den vorigen dag, gaf de Bevelhebber te Lam
poko op 13 November den kapitein Kooij eene instructie