9
Voornamelijk door toedoen van den opoe tjënëng werd dan
ook in Maart 1904, tijdens de onderhandelingen over bedoelde
grensregeling te Palopo, de vertegenwoordiger der Regeering,
de resident ter beschikking Brugman, op hoogst ongepaste
en tegen de landsinstellingen indruischende wijze bejegend.
II. Voorbereiding tot de samenstelling der expeditie.
(18 October 1904 14 Juni 1905).
Vast besloten aan het verzet van Boni een einde te maken
en de mogelijkheid voorziende, dat daartoe het uitzenden eener
expeditie noodig zoude zijn, richtte de in September 1904
opgetreden Landvoogd reeds den 18den October d.a.v. tot het
Legerbestuur de schriftelijke uitnoodiging om, in overleg met
den Commandant der Zeemacht, advies nopens de samenstelling
van zulk een expeditie uit te brengen. Aan die uitnoodiging
werd voldaan bij gemeenschappelijk schrijven van de Com
mandanten van Land- en Zeemacht dd. 3 December 1904,
waarin werd voorgesteld aan de uit te zenden expeditie als
militair doel te stellen: het bezetten van de hoofdplaats Wa-
tamponé; het zich meester maken van den persoon van den
vorst, van zijne familieleden en van de rijkssieraden; als
politiek doel: de onderwerping van het geheele rijk en de zich
eventueel daarbij aangesloten hebbende rijkjes.
Aan het garnizoensbataljon van Celebes, Menado en Timor
diende daarbij de bescherming van het gouvernementsgebied,
alsmede het beletten van den invoer over land van oorlogs
contrabande (w.o. zout en opium) naar de vijandige zelf
besturen, te worden opgedragen. Dit doel zoude zijn te bereiken
door krachtig patrouilleeren van uit Balangnipa, Pangkadjéné(c.q.
van uit een meer nabij de grenzen van Lamoeroe te'kiezen bivak,
waarvan de bezetting door het garnizoen van Pangkadjéné
geleverd zou worden) en Tjamba, waartoe laatstgenoemde
plaats tijdelijk bezet moest worden door de mobiele colonne
van Makasser. Balangnipa en Pangkadjéné zouden elk een
garnizoenssterkte van 4 officieren en 150 man krijgen. Het
detachement cavalerie van Makasser zou bij dit patrouilleeren