Bijlage III. EXTRACT. Instructie voor den Commandant der Scheepsmacht bij de expeditie naar Zuid-Celebes. Artikel 1. Het doel. enz. Artikel 2. De expeditionnaire scheepsmacht bestaat uit: Hr. Ms. „Hertog Hendrik" Hr. Ms. „Koningin Regentes" Hr. Ms. „de Ruyter" Hr. Ms. „Zeeland" Hr. Ms. „Serdang" Hr. Ms. „Assahan" Hr. Ms. „Borneo" het recherchevaartuig „Brak" het Gouvernementsstoomschip „Kwartel" het politie- en communicatievaartuig „Tjantik II" Artikel 3. Het bevel over de in artikel 2 genoemde scheepsmacht is op gedragen aan den kapitein ter zee A. H. Hoekwater, Comman dant van het Nederlandsche eskader in Oost Indië. Artikel 4. Enz. Artikel 5. Enz. Artikel 6. Behalve de in artikel 2 genoemde schepen, staan voorts onder het bevel van den Commandant der expeditionnaire scheeps macht, alle gouvernementsstoomschepen en onder andere de partementen van algemeen bestuur ressorteerende rijksvaartuigen, Extra bijlage No. 35. I. M. T. 1915. 10.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 149