Bijlage XI. COMMANDO DER EXPEDITIE ZUID CELEBES. Landingsorder voor den 20en Juli 1905. 1. De sloepen en stoomsloepen begeven zich dadelijk na het ankeren bij Oedjoeng Patiro naar de schepen, aan boord waarvan zich de troepen van het le echelon bevinden, welke zij moeten overvoeren (zie punt 3). 2. Van de troepen, aangewezen voor de landing, blijven voor- loopig aan boord achter: alle paarden en voorts van het 9de en 19de bataljon elk: 1 adjudant 1 stafschrijver, 2 meesters werklieden, 1 lt. kwartiermeester, 1 militaire schrijver; van het L. H. 15de bataljon 1 adjudant onderoff., 1 staftamboer of stafhoornblazer, 2 meesters werklieden, 1 lt. kwartiermeester, 1 militaire schrijver; van de batterij: het bij de draagpaarden behoorende per soneel en de reserve daarvan. 3. De verdeeling der troepen enz. over de ontschepingsmiddelen is als volgt: Staf en geneeskundige sectie 9e bataljon in één sloep; in 4 sloepen; in 4 sloepen; in 5 sloepen; in 3 sloepen; in 4 sloepen. lste echelon in 21 sloepen. lste compagnie idem 2de compagnie idem 3de compagnie idem 1 sectie genietroepen maréchaussée NAAR

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 181