Bijlage XIX. MILITAIR COMMANDO CELEBES, MENADO en TIMOR. MAKASSER, den 13en Augustus 1905. Ingevolge het mij kenbaar gemaakte verlangen van den Bevel hebber der expeditie naar Zuid-Celebes behoort de bezetting van Tjamba zich niet langer te bepalen tot de taak, haar opge dragen in artikel 4 van de U verstrekte voorloopige instructie, maar behoort door die bezetting thans mede offensief te worden opgetreden in het Z. W. deel van Boni. Doel van dit optreden behoort te zijn de onderwerping van in genoemd deel van het Bonische rijk zich ophoudende vijandig gezinde elementen; terwijl de personen, die als leiders van het verzet moeten worden aangemerkt, zoo mogelijk behooren te worden gearresteerd. Zoodra mogelijk na ontvangst van dit schrijven behoort tot het zooeven bedoeld offensief optreden te worden overgegaan en wel met een zoo sterk mogelijke macht. Rekeninghoudende met de omstandigheid, dat voor de rechtstreeksche beveiliging van Tjamba in verband met de daar ter plaatse beschikbare gewapende politiemacht niet meer wordt vereischt dan één sectie infanterie, kan de uitrukkende colonne, waaraan ondér geen voorwaarde inlandsche hulptroepen mogen worden toegevoegd, derhalve bestaan uit eene compagnie infanterie. Zooals reeds in het voorgaande ligt opgesloten, blijft dus de sectie Gusdorf, waarover laatstelijk handelde d.z. schrijven aan den plaatselijk militairen commandant te Pangkadjéné van den 7en dezer U ter kennisneming toegezonden tot nader order te Uwer beschikking. Aan den plaatselijk militairen commandant te TJAMBA. VAN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 201