18
Alietta waren zoons van den radja van Gowa, de aroe Djampoea
(de kroonprins) van Sawietto was een Gowareesche prins.
De adatoewang van Sidenreng zelf zag in de bezetting van
Paré-Paré eene bedreiging zijner inkomsten.
Verder waren zekere berichten ontvangen van een nadere
aansluiting tusschen Boni, Wadjo en Gowa tot onderlingen
steun tegen het Gouvernement, en werd vermoed, dat ook
Sidenreng en Soppeng tot dit verbond wilden toetreden.
Dit alles in aanmerking genomen, stond Gowa thans veel
krachtiger dan in Februari. De voornaamste overweging van den
Militairen Commandant was echter de volgende: waar Gowa
voor de Djampoea-affaire betrekkelijk zwaar was gestraft, bleven
veel zwaardere vergrijpen van Boni tot dusverre ongestraft. Gowa
vóór Boni nog meerite verontmoedigen zou vrij algemeen over
geheel Zuid-Celebes als onbillijk worden beschouwd, daar
schier overal de overtuiging vaststond, dat Boni een harde les
verdiend had en het uitblijven daarvan het aanzien van dat
rijk had verhoogd. Afstraffing van Boni achtte de gewestelijk
Militaire Commandant daarom in de eerste plaats noodig. Het
beëindigen van de andere verwikkelingen, dus ook met Gowa,
zou dan i des te [minder krachtsinspanning vorderen.
Intusschen bleef er toch[ nog één omstandigheid, waarmede
rekening moest worden gehouden, n.l. dat Gowa tot openlijke
vijandelijkheden tegen Makasser zou overgaan en ons dus tot
een dadelijk krachtdadig optreden zou dwingen. Om ook hierop
voorbereid te zijn vroeg 24 Mei het Legerbestuur telegrafisch
aan den Militairen Commandant om advies betreffende de alsdan
te treffen militaire maatregelen.
Eerder nog dan verwacht was, gaven de bestuurders van de
Adjatapparang-landschappen uiting aan hunne veranderde ge
zindheid.
Bij een aan den Gouverneur van Celebes en Onderhoo-
righeden gericht schrijven, gedagteekend 18 Mei, ontving deze
den 23en d. a. v. de politieke contracten van Sidenreng, Soeppa,
Alietta, Rappang en Sawietto, alle behoorende tot de Adjatapa-
rang-landschappen, benevens van Maiwa van den Masenrem-
poeloebond, terug, waarmede deze landschappen formeel de
gehoorzaamheid aan het Gouvernement opzegden.