135 Zij werd ontdekt en de vijand vluchtte, zoodat slechts 6 Siden- rengers konden worden neergelegd en 3 gewondeen achter- laadgeweer met munitie en blanke wapens vielen in onze handen. De rest der colonne marcheerde om 7 uur v.m. uit Patengko af en bereikte Maliwa om 914 uur v.m. Na vereeniging met de afdeeling Kroon, werd thans de marsch voortgezet. Volgens den toparingé van Batoe Aloe en andere Toradja's leidde het pad naar Doeri over Karangan en Mendalan. Eerstgenoemde kampong was de nederzetting van zekeren Oewa Bisari en zijne Sidenrengers. Om 12 uur 's middags kwam de colonne te Karangan aan. Het bleek een op een heuvel gebouwde benting te zijn, waarin een 10 tal huizen en eenige padischuren; de bewoners waren afwezig. In de huizen werden enkele vuur wapens aangetroffen. Na deze nederzetting in de asch te hebben gelegd, zette de colonne den marsch naar Mandalan voort. In deze kampong bezat n. 1. de bovengenoemde Oewana Bam- bang een huis, waar hij zich dikwijls ophield. Onderweg ver nam de colonnecommandant in kampong Menanga, dat Oewana Bambang, Oewa Bisari en andere Sidenrengers met hunne benden bij Mandalan aan de colonne het hoofd zouden bieden. Onmid dellijk werd naar Mendalan opgerukt, dat om 314 uur bereikt werd. Het kamponghoofd kwam met een witte vlag en een groot aantal volgelingen de colonne tegemoet. Van Sidenrengers werd niets bespeurd; volgens het hoofd hadden zij de vlucht genomen en zich te Kalossi vereenigd. Hoewel het hoofd van Mendalan ten bewijze zijner goede gezindheid een karbouw ten geschenke had gegeven, achtte hij het geraden des avonds op de vlucht te gaan. Een groot deel der kampongbewoners volgde zijn voorbeeld. In zijn woning bleek het kamponghoofd 3 voorlaadgeweren te hebben achter gelaten. Den volgenden dag13 Octoberwerd het uur van afmarsch zeer vertraagd, doordat vele dragers weggeloopen waren. Nadat het noodige aantal kamponglieden uit den omtrek was ingehuurd, kon om 10 uur v.m. de tocht worden voortgezet. Om 114 uur n.m. kwam de colonne te Meloewa, de hoofdplaats van Doeri, aan. Hoewel de bevolking op den passar de witte vlag ver toonde, waren het hoofd La Gali en de hadatsleden afwezig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 25