27
In den namiddag van den 16en Juli kwam de van Riemsdijk
te Makasser, alwaar de bevelhebber den volgenden dag ver
gezeld van zijn staf en den Gewestelijk Militairen Commandant
naar eenige punten van de Gowasche grens reed en met laatst
genoemde de maatregelen besprak, welke tot beveiliging van
Makasser tegen aanslagen van Gowa zouden zijn te nemen.
Vervolgens werd met den Gouverneur en den Militairen
Commandant eene bespreking gehouden, teneinde vast te stellen
of de houding van Gowa, in verband met de door de Regeering
aangegeven gedragslijn, al dadelijk versterking van de troepen
macht te Makasser noodig maakte.
De gespannen verhouding met Gowa was te dier dage
merkbaar toegenomen door de gevangenneming en opzending
naar Soerabaia op den 13en Juli van de twee aan het Gowasche
hof nauw verwante prinsen Daëng Ago en Andi Baloso, die
in het Labakkangsche (afdeeling Noorderdistricten) de bevolking
tot verzet tegen het Gouvernement hadden aangezet.
Op den dag hunner gevangenneming (12 Juli) was Pangka-
djéné door een bende van 30 a 40 gewapenden uit Labakkang
en Boengoro onder aanvoering van een vroegeren Regent van
Labakkang, Latté Kraëng Kaloewaran, gealarmeerd geworden,
welke bende met een verlies van 5 dooden waaronder een
oom van den regent van Boengoro en diens zoon ten koste
van één doode en één gewonde onzerzijds was verdreven.
In Gowa zelf vonden de aanstokers tot verzet, waaronder
vooral Kraëng Baroangin, in het voorgevallene gereede aan
leiding om de gemoederen nog meer in beroering te brengen;
de geruchten omtrent een voorgenomen aanslag in die dagen
tegen Makasser waren niet geheel van grond ontbloot.
Naar aanleiding van hetgeen de Gouverneur in de bespreking
omtrent de oorlogstoerustingen van Gowa mededeelde en van
hetgeen voor de beveiliging van de hoofdplaats en het omlig
gend gebied noodig was gebleken, achtte de Bevelhebber
versterking van het garnizoen van Makasser noodig, en werd
telegrafisch aan de Regeering voorgesteld daarvoor 1/2 bataljon
infanterie te bestemmen. In antwoord hierop arriveerden den
23en Juli de 2e en 3e compagnie van het 8ste bataljon te
Makasser.