47
een voorraad van 52 kistjes ad 1000 beaumontpatronen, welke
ter plaatse werden vernietigd.
Ten 11 uur 30' v.m. waren alle troepen in het bivak terug.
In den loop van den morgen van 31 Juli kwam het laatst gede-
barkeerde deel van de cavalerie te Watamponé. Voorts werd dien
dag door de genietroepen een telefoonverbinding tusschen Ba-
djowé en Watamponé tot stand gebracht en de weg tusschen
beide plaatsen verbeterd, zoodat daarlangs van de medegevoerde
treinkarren gebruik kon worden gemaakt.
Den lsten Augustus werd het L. H. 15de bataljon te Watam
poné aangetrokken, waardoor dus de geheele expeditionnaire
macht aldaar was vereenigd.
Het strandbivak werd door de marine-landingsdivisie bezet; de
vrije koelies bleven te Badjowé om bij het lossen dienst te doen.
Het opvoeren der vivres naar Watamponé middels de karren
leverde niet de minste bezwaren op.
Vijfdaagsche Naar aanleiding van berichten, dat de radja van Boni zich
ochtvanWa- met zijn volgelingen te Oelawang of in de Z. daarvan gelegen
amponénaar kampong Tjinong zou bevinden en de poenggawa zich met
amT"'Ta" Z^n vol§elingen °Phield in een kampong nabij de stelling
S'along- van PasemPa- besloot de Bevelhebber op 2 Augustus met
!i en Mam= de geheele expeditionnaire troepenmacht derwaarts op te rukken,
intoe. Twee compagnieën zouden als bezetting te Watamponé ach
terblijven.
Omtrent de stelling van Pasempa, die steeds bekend had
gestaan als het reduit van de Bonische strijdmacht, waren gege
vens bekend uit de expeditie van 1859 en het rapport van Kapitein
A. E. Piera Volgens deze gegevens liep het pad van Wa
tamponé naar Pasempa bij Pasar-Oesa door het Oesa-ravijn.
Dat er over het aan dit ravijn grenzende open en zacht golvend
terrein een zeer gemakkelijk pad liep, hetwelk dan ook altijd door
de bevolking gebruikt werd, was den Bevelhebber niet bekend.
In de bevelen voor den marsch (2) werd daarom rekening
gehouden met de moeielijkheden, welke bij het doortrekken
van het zwaarbegroeide oesa-ravijn te verwachten waren.
(1) Zie voorts de schets van de stelling van Pasempa 1 5000 op
schets 2.
(2) Zie bijlage XVI.
