49
De zware regen, welke te 3 uur n.m. begon en tot 6 uur
v.m. onafgebroken zou aanhouden, maakte het terrein moeilijk
begaanbaar en had den marsch van de voorhoede en van den
trein zeer belemmerd.
Door de late aankomst van den trein konden aan de voorhoede
geen vivres meer worden toegezonden. De officiersbagage,
welke te 5 uur n.m. onder een kleine dekking was nagezon
den, verdwaalde in de duisternis en overnachtte midden in het
ravijn.
Den volgenden morgen te 8 uur v.m. zond de Bevelhebber van
uit het bivak Oerang nevenvermeld detachement uit ter verken
gewond. Onmiddellijk hierop ging de maréchaussée vooruit
en was men spoedig zonder strijd binnen de stelling.
De vijandelijke schutters (naar schatting 10 man) waren
intusschen in het bedekte terrein verdwenen. De verkenning
zuidwaarts van de stelling voortzettende, kwam men bij een huis,
waar volgens het zeggen van eenige medegenomen Bonieren
de radja van Boni nog kort geleden verblijf had gehouden.
Inderdaad werden in dit huis verschillende voorwerpen, den
radja toebehoorende, aangetroffen en buitgemaakt. Bij de nadering
tot het huis werden door de maréchaussée eenige gewapenden met
achterlating van een 4 tal dooden verdreven. Te 12 uur 's middags
was het verkenningsdetachement in het bivak Oerang terug.
Comdt. maj. de Wijs,
twee pelotons cavalerie,
compagnie maréchaussée,
een compagnie L.H. 15debataljon
detachement genietroepen.
ning van de stelling van Pa-
sempa, welke volgens de be
richten niet bezet zou zijn.
Aangekomen nabij de stelling
kreeg de cavalerie eenige scho
ten, waardoor een paard werd
1 compagnie 9de bataljon,
Artillerie,
1 compagnie 9de bataljon,
cavalerie,
Commandant 2de Bevelhebber.
Voorhoede:
1 compagnie 9de bataljon.
Hoofdmacht:
De troepen, welke onder com
mando van den 2den Bevelheb
ber aan de oostzijde van het
Oesa-ravijn hadden overnacht,
marcheerden ten 730 v.m. af.
(colonne indeeling hiernaast).
De voorste afdeelingen dezer
colonne kwamen te 10 uur v.m.,
de laatste en de trein eerst
Extra bijlage No. 35. I. M. T. 1915.
4.