50
1 peloton 19de bataljon, te 430 n.m. in Oerang aan.
trein onder dekking van twee De berichten omtrent de ver
compagnieën 19de bataljon. blijfplaats van den radja van Bo
ni, waren vaag en tegenstrijdig.
Aanraking met de bevolking was nog niet verkregen, zoodat alleen
kon worden geageerd op hetgeen aan enkele onderweg opgevatte
of ondervraagde Bonieren bij geruchte ter oore was gekomen.
Volgens sommigen zou de radja nog kort geleden van Pasempa
naar het zuiden zijn getrokken. Volgens anderen zouden de
heuvels op den weg van Pasempa naar Oelawang door gewa
pende benden bezet zijn. Daar dit laatste het meest strookte
met de vóór den afmarsch van Watamponé bekomen inlichtingen
en de reeds vóór den aanvang der expeditie ingekomen spion-
nenberichten, dat belangrijke krijgsvoorraden naar het vasalgebied
Amali zouden zijn overgebracht, besloot de Bevelhebber den
4den Augustus den marsch naar Oelawang en de zuidwaarts
daarvan gelegen kampong Tjinong voort te zetten.
Nu met Pasempa was afgerekend, kon bij den verderen tocht
een deel der troepen worden gemist, waardoor de verpleging
gemakkelijker werd.
In verband hiermede keerden op 4 Augustus naar Watamponé
terug:
de 1ste compagnie 9de bataljon,
2 pelotons cavalerie,
de artillerie,
1 sectie genietroepen,
benevens de overtollige transportmiddelen. De overige troepen
marcheerden te 7 uur v. m. naar Oelawang af (zie onderstaande
indeeling).
Commandant Bevelhebber. Oelawang en Tjinong
Expeditionnaire Staf. werd niets aan§etroffen wat
Twee pelotons cava- zelfstan- We,eS op een verbliJ'f van den
lerie, compagnie ma- dig voor- rad]a of op de aanw^igheid
réchaussée uit. van gewaPende benden.
Met het doel van Oelawang
(1) Een te 6 uur v. m. vooruitgezonden afdeeling dragers met vivres
bereikte Oerang te 8H v. m.