167 Ten einde verbinding "te verkrijgen pmet de colonne Hoedt, marcheerde de kapitein de Laet den 2den Februari met zijne colonne in N. W. richting naar Boné-Boné. Doordat de gids het spoor bijster werd, kwam de colonne via Boeraoe en het strand te 4 uur n.m. te Laoewoe terecht, waar zij door de bevolking zeer vriendschappelijk werd ontvangen. Hier bereikte den colonne commandant het bericht, dat de colonne Hoedt er in geslaagd was de Rongkong rivier te passeeren. Den volgenden morgen 3 Februari werd andermaal naar Boné-Boné afgemarcheerd, dat men te 4 uur n.m. bereikte. De bevolking was ook hier welgezind, en kwam de colonne met witte vlaggen tegemoet. Het bivak werd betrokken in een door de volgelingen van het hoofd Daeng Pawara verlaten gedeelte der kampong; de verblijfplaats van dit hoofd was onbekend. De vrouwen en kinderen, die bij de aankomst der militairen waren gevlucht, keerden gedurende het verblijf der colonne in de kampong terug. Den 5den Februari marcheerde de colonne verder naar Lampo- Awah. Deze plaats werd na een zeer vermoeienden marsch te 41 /2 uur n.m. bereikt; onderweg had de bevolking van Tampoké een karbouw ten geschenke gegeven. Het hoofd van de kampongs Tampoké, Tosangie en Koeloekoea meldde zich bij den colonnecommandant. In Lampo-Awah woei een witte vlag, doch de kampong was verlaten. Van hier werd den 6den Februari langs de verlaten kampongs Labangka en Nana opgerukt naar de groote kampong Masamba. Onderweg moest de ruim 125 M. breede kali Baliasé worden gepasseerd. Na een paar uur zoekens gelukte het eene door waadbare plaats (het water reikte tot de borst) te vinden. De bevolking had aan de overzijde een witte lap tusschen twee bam boes gespannen ten teeken dat zij den verderen toegang tot haar gebied verbood. Hier was dus onmiddellijk verzet te verwachten. De kali werd echter zonder eenige belemmering gepasseerd, waar op de colonne in de richting van Masamba oprukte. Na ongeveer een half uur werd een groote sawah bereikt en wezen de gidsen, die thans niet verder durfden te gaan, de richting aan waar de benting ongeveer zou gelegen zijn. In gevechtsformatie werd nu opgerukt; de troep liep tot aan de knieën in de modder.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 57