59
werden de ornamenten op de gebruikelijke wijze bij den
colonne-commandant ingeleverd.
Alvorens de Tangka te overschrijden en het Bonische
gebied binnen te dringen, achtte de colonne-commandant het
gewenscht de rust op eigen gebied geheel te verzekeren. De
4de compagnie van het L. H. 15de bataljon rukte daartoe den
11 den Augustus voor een driedaagschen tocht uit naar
Bikeroe en Talla, waar zich nog enkele vijandige elementen
zouden ophouden. Deze tocht diende tevens tot machtsver
toon. Den 13en d. a. v. keerde genoemde compagnie terug.
De majoor de Wijs had voor tactische doeleinden de be
schikking gekregen over alle in de Oosterdistricten aanwezige
troepen.
In verband met zijn voornemen om Zuid-Boni binnen te
rukken, voegde hij aan zijne compagnie van het L. H. 15de
bataljon een officier van gezondheid toe, benevens eene afdeeling
van 150 bajonetten van de vaste bezetting van Balangnipa en
het daar gelegerde peloton van het 8ste bataljon. Door den
inhuur van draagpaarden was het mogelijk bij deze macht een
trein in te deelen met vivres voor zes dagen.
De assistent-resident der Oosterdistricten zou de colonne
vergezellen.
Den 14en Augustus werd met de aangegeven macht de grens
rivier overgetrokken, en den weg gevolgd naar Salomekko. De
colonne betrok aldaar te 11 '/2 uur v.m. het bivak. Nergens
was eenig verzet gepleegd en de bevolking was overal in de
kampongs aanwezig.
De hoofden der gepasseerde streken vervoegden zich bij den
colonne-commandant en boden hunne onderwerping aan. Alleen
de aroe van Salomekko, eene jonge vrouw, had uit vrees hare
woonplaats verlaten. Op aanmaning der hadathoofden verscheen
evenwel ook zij om hare onderwerping aan te bieden.
Den volgenden dag werd doorgerukt naar Tonra. Hier meldde
zich de aroe van Tonra, een broeder van den vorst van Boni.
Zoowel hij, als verscheidene andere hoofden uit deze landstreek
kwamen in onderwerping.
In het bivak Tonra ontving de colonne-commandant de op
dracht van den Bevelhebber, om in verband met verdere opera-