62 bood het terrein zóóvele moeilijkheden, dat de cavalerie niet anders dan afgestegen kon marcheeren en zelfs vier treinpaarden in een ravijn vielen; één dezer dieren moest worden afgemaakt. De ondervonden moeilijkheden waren wederom oorzaak, dat de colonne bij gedeelten het bivak te Ponré bereikte. Terwijl de maréchaussée, die met de cavalerie ter hoogte van kampong Tjiro vooruit gezonden was om een bivakplaats te zoeken en aanra king met de bevolking te krijgen, in Ponré te 11 uur v.m. aan kwam, was de eerste afdeeling der hoofdmacht tel uur 15 min. n.m. en de trein eerst te 2 uur 30 min. n.m. ter plaatse. De soelewatang van Ponré, die zich aanvankelijk door zijnen vader liet vertegenwoordigen, kwam des avonds zich in persoon melden. Hoewel hij niet vertrouwbaar werd geacht, besloot de colonne-commandant hem toch in vrijheid te laten, ten einde de bevolking niet te verontrusten. Het gelukte den kapitein der Wadjoreezen hier inlichtingen te bekomen omtrent het verblijf van den vorst. Deze zou zich ophouden op een der toppen van den Boeloe-Tjimpoleng (ook genoemd Boeloe-Boeloe of Boeloe-Tjinto), gelegen ten W. van Djampoe 7 K. M. ten N. van Ponré). Aangezien dit bericht zeer vaag was, werd besloten nadere inlichtingen in te winnen en daartoe den volgenden dag te Ponré te verblijven. De 14e Augustus was dus een rustdag. De bekomen ge gevens werden thans bevestigd en in den namiddag aangevuld door de mededeelingen van. een Bonier, die beweerde nog kort geleden in de verblijfplaats van den vorst te zijn geweest. Deze bevond zich toen in kampong Qottang op den Boeloe-Boeloe. Voorts deelde hij mede, dat de gewone toegangsweg tot Qottang van daar in N. richting naar Kalinkang voerde, een kampong gele gen aan een knooppunt van paden, waarvan een in W. richting naar Lamoeroe en een ander over kampong Penjoela naar Pasempa leidde; tevens wist hij echter een ander, weinig be kend en moeilijk begaanbaar pad aan te wijzen, dat van uit de kampong Boeloe (bij Djampoe) naar Gottang leidde. Op deze aanwijzingen werd besloten, dat de compagnie maré chaussée en een Europeesch peloton, waarbij de kapitein van den staf, den volgenden morgen te 6 7s uur het pad van Boeloe naar Gottang zou verkennen. Boeloe werd te 9 uur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 66