69
Bij de terugreis op den volgenden dag deden zich door het
vallende water eenige bezwaren voor, waardoor de Tjantik aan
den grond geraakte.
Met behulp evenwel van de overal goedgezinde bevolking
werd het vaartuig spoedig weer vlot gemaakt.
Nu de bevaarbaarheid van de Tjenrana voldoende was
gebleken, werd het vivresschip de Bromo vóór de monding
van deze rivier gestationneerd. Terstond werd begonnen met
het overladen der vivres en nog den 20en kon de inten
dant rapporteeren, dat het gelukt was een prauwentransport
met vivres voor 14 dagen op de Tjenrana te brengen.
De Bevelhebber stelde thans het oprukken naar Pampanoea
vast op den 21 en Augustus.
In verband met de aanwezigheid te Watamponé van den Gou
verneur van Celebes en Onderhoorigheden en de op den21sten
Augustus met de hoofden te houden vergadering, bleef de Be
velhebber met de voor zijn escorte bestemde 4de compagnie
van het 15de bataljon infanterie voorloopig te Watamponé achter.
De colonne, welke den 21 en
Augustus van Watamponé
oprukte naar Pampanoea, was
samengesteld als hiernaast
is aangegeven, en stond onder
commando van den 2en Be
velhebber.
Den eersten dag werd na
een marsch van 23 K. M.
kampong Lantja bereikt, waar
de voorhoede te 4 uur 30
min. n. m. aankwam. De trein
arriveerde een uur later. Over
eenkomstig de bekomen beve
len was de gevolgde weg door
de bevolking verbeterd, zoodat de genietroepen slechts hier en
daar bij de overgangen der diep ingesneden riviertjes eenige
afgravingen behoefden te verrichten. De bevolking was overal
aanwezig en zeer vriendschappelijk gezind. Bij de aanraking met
de hoofden bewees de anregoeroe anakaroeng, die den colonne-
Zelfstandig vooruit:
1 eskadron cavalerie.
Voorhoede comdt. kapt. Kroon,
1 compagnie 15de bat. inf.,
1 sectie genietroepen.
Hoofdmacht:
1 compagnie 9de bat. inf.,
1 sectie genietroepen,
1 batterij artillerie,
1 compagnie 9de bat inf.,
1 comp. 19de bat. inf., V-
bagage- en alg. trein,
1 comp. 9de bat. inf..