71 In den middag van den 24en Augustus arriveerde na een tweedaagschen tocht de Bevelhebber met zijn escorte te Pam- panoea. XI. Verrichtingen van de bezetting te Paré=Paré van den 26en April tot den 27en Augustus 1905. Den 21 sten April 1905 kwam de van Java voor Paré-Paré gezonden 3de compagnie 6de bataljon te Makasser aan (zie Hoofdstuk II). Den 25en d. a. v. vertrokken 3 sectiën dezer compagnie per H. M. Borneo en gouvernementsstoomer Zwaan naar Paré-Paré, medevoerende het noodige bivakmateriaal, dwangarbeiders en vrije koelies; te 5 uur n.m. waren de schepen ter reede van Paré-Paré. Zonder eenige moeilijkheid werd den volgenden dag gedebarkeerd. De Gewestelijk Militaire Commandant, de resident] t/b Brug man en de controleur Goedhart vergezelden den troep. De commandant, kapitein Goldman, was bestemd om, zoodra de bivakbouw niet meer zijn aandacht en tijd in beslag zou nemen, met het civiel bestuur te worden belast, waarvoor hem door den Gouverneur bij nota de tegenover den leenvorst van Siden- reng, La Sadapotto, te volgen gedragslijn was aangegeven, terwijl hij als detachementscommandant eene instructie van den Gewestelijk Militairen Commandant ontving. Het voornaamste, waaraan de civiel gezaghebber zich volgens genoemde nota te houden had, was, dat momenteel nog gold het politiek contract met den radja van Sidenreng, gesloten den 28en October 1886, waarvan als een aanhangsel was te beschouwen de denzelfden dag gepasseerde acte omtrent de kampong Paré-Paré en het daaronder behoorende omliggende land. Bij deze acte was gestipuleerd dat de in bewaringgeving geschiedde onder dezelfde voorwaarden als vermeld in het contract van 7 Augustus 1824, n.l. dat het beheer der in- en uitvoerrechten, pachten, passers en alle andere belastingen, te Paré-Paré geheven, bij den vorst van Sidenreng berustte. Thans moest de civiel-gezaghebber, op grond van alinea 3 dier acte, (1) Zie bijlage XVIII.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 75