76 het heuvelterrein eenige loopgraven waren aangelegd. Zooals boven reeds gezegd, was het zaak zoo mogelijk vijandelijkheden te vermijden, doch een terugdringen van den vijand van de omliggende heuvels werd thans gebiedend noodzakelijk. Na ontvangst van een over deze zaak handelend schrijven van den Gewestelijk Militairen Commandant, besloot de civiel- en militair-gezaghebber in overleg met den commandant van de Assahan, dat de vereenigde land- en zeemacht bij Paré-Paré den vijand uit de omgeving van het bivak zoude verdrijven. Het aanvallend optreden werd bepaald op den 12en Juni. In den morgen van dezen dag rukte de kapitein Goldman met de 3de compagnie 6de bataljon tegen de stellingen in de heu vels op terwijl de inlandsche sectie en een detachement marine-landingsdivisie het bivak bezetten. Gedurende de actie in de heuvels, waarbij de Assahan met geschutvuur assisteer de, werd van uit de kampongs Paowé en Sabangé een aanval op het bivak gedaan, welke echter spoedig tot staan kwam. De heuvels werden na korten tegenstand van vijanden gezui verd; de borstweringen werden geslecht. Ook de omliggende kampongs werden thans verlaten, nadat wederom eenige huizen, waaronder dat van den vorst, in vlammen waren opgegaan. Van den vijand werden 16 dooden gevonden met 5 achter- laadgeweren, blanke wapens en munitie. Ons kostte de strijd twee gewonden. Nu wij tot de actie gedwongen en de eerste vijandelijkheden gepleegd waren, sprak het van zelf dat Paré-Paré niet meer werd beschouwd als leen van het Gouvernement aan den ada- toewang (radja) van Sidenreng. Wij namen het dus in eigen beheer en de civiel gezaghebber werd dienovereenkomstig door den Gouverneur van eene nieuwe instructie voorzien. Ver nomen werd (en later uit andere bron bevestigd), dat de vorst zelf tot het laatste toe heeft getracht het uitbreken der vijandelijk heden te verhinderen, doch dat de aroe malolo met eenige andere leden van het zelfbestuur tot den oorlog hebben aangezet. Gedurende de eerste dagen na den 12en Juni werd het heuvel terrein opengekapt. Tijdens een verkenning op den 14en Juni, werd eene stelling des vijands op een heuveltop, 1700 M. (1) Zie schets 7.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 80