191
pad verder, doch weldra bleek ook dit niet tot het doel te
leiden, wijl het voerde naar den weg Rioe-Tondon, welken de
colonnecommandant juist vermijden wilde, aangezien hij overal
door hoogten en bentings beheerscht werd. Tengevolge van
de slechte aanwijzingen van den spion had de colonne 2 dagen
lang tevergeefs door zwaar bergterrein gemarcheerd. De marsch
naar Baroepoe moest voorloopig worden opgegeven.
De colonnecommandant besloot thans te Tondok-üta te bi-
vakkeeren en van daar uit eerst het bentingcomplex Tondok-
Kadok Bontoe Asoe te verkennen en aan te tasten.
De genoemde bentings bleken gelegen te zijn op afzonder
lijke hooge toppen, gescheiden door diepe ravijnen
Den lsten Juni werd uit het bivak Tondok-Lita afgemarcheerd
met het doel de benting Bontoe Asoe te nemen. De colonne
beklom daartoe een heuvelrug, gelegen tusschen deze benting
en Tondok-Kadok. Op den rug aangekomen, werd een punt
gevonden, van waar Bontoe Asoe kon worden gedomineerd.
Hier werd het bovendien mogelijk geacht om, gedurende den
aanval op Bontoe Asoe, Tondok-Kadok in bedwang te houden,
hoewel dit hooger gelegen was dan de eigen opstelling.
Dienovereenkomstig ontving de voorhoede (2de afdeeling)
onder den adjudant onderofficier Sailer de opdracht om stelling
te nemen tegenover Tondok-Kadok. Toen deze afdeeling (3
brigades) de punten a. bereikte, opende de vijand uit Bontoe
Asoe het vuur en kort daarop ook uit Tondok-Kadok. Dit vuur
werd door de afdeeling Sailer beantwoord en toen het uit Bontoe
Asoe verminderde, rukte de inmiddels opgesloten 3de afdeeling
(sergeant majoor Engelbert van Bevervoorde) ten aanval tegen
deze versterking op. De aanvalscolonne werd van uit Tondok-
Kadok hevig onder vuur genomen. De afdeeling Sailer kon
dit vuur niet tot zwijgen brengen, daar de vijand gedekt en
door schietkokers schoot. Hij was blijkbaar ruim van achter
laders voorzien.
Toen de colonnecommandant zag dat de aanval niet slaagde,
zond hij tweemaal een brigade der 1ste afdeeling (luitenant
Engelbert van Bevervoorde) tot versterking. Het mocht evenwel
niet gelukken den vijand uit zijn nagenoeg ontoegankelijke
Zie schets 11.