82 XIII. Verrichtingen van de bezettingen te Tjamba, Pangkadjéné en Balangnipa. A. Tjamba. In hoofdstuk II is aangegeven welke overwe gingen geleid hebben tot het besluit om Tjamba, de hoofdplaats der Bergregentschappen, vóór het begin der expeditie van eene militaire bezetting te voorzien. Dit punt, gelegen aan den hoofdverkeersweg van het gouvernementsgebied naar Zuid-West-Boni, werd de aangewezen standplaats geacht voor de afdeeling, welke bestemd zou zijn om hier zoowel den toevoer van krijgsbehoeften naar den vijand te beletten als om diens binnenrukken op ons gebied te keeren. Oorspronkelijk werd de mobiele colonne te Makasser voor dit doel aangewezen. Door de gisting in Gowa werd het evenwel noodig geoordeeld deze colonne niet van Makasser te verwijderen, zoodat besloten werd de 2de compagnie van het R. H. 15de bataljon op Java voor de a.s. bezetting van Tjamba in gereedheid te houden. Het lag namelijk in de bedoeling der Regeering pas tegen den aanvang der expeditie tot eenen (krachtigen) patrouillegang in de Bergregentschappen over te gaan. De terugzending der politieke contracten van de Adjatappa- ranglanden en Maiwa op den 18en Mei gaf aanleiding tot de onmiddellijke oproeping van genoemde compagnie, bepaaldelijk echter met het doel deze afdeeling bij een eventueel optreden tegen Paré-Paré of Gowa te benutten. Toen evenwel tegen het einde van Juni de 1ste en 2de compagnie van het 6de bataljon te Makasser aankwamen, kon de eigenlijk voor Tjamba bestemde compagnie van het R. H. 15de bataljon hare be stemming volgen. Den 24en Juni werd de commandant dezer compagnie van zijne instructie voorzien Genoemde afdeeling, bij gedeelten uit Makasser vertrokken, was den len Juli in haar geheel te Tjamba vereenigd, onder commando van den Kapitein der Infanterie W. H. Scheij. (1) Zie bijlage VIIb.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 86