200 in de versterking. Naast en onder hen stonden eenige genie soldaten, die geimproviseerde handgranaten met brandende lont naar binnen wierpen. Een der aldus geworpen bommen ver nielde een gedeelte van den pagger, waardoor een gat van Yï M. ontstond. De tegenstand des vijands was hardnekkig, evenwel waren onze verliezen gering: slechts lichtgewonden door randjoes en enkele door schoten. Te 11 uur v.m. week de vijand terug en drong de onderlui tenant Schouten door de geslagen opening naar binnen. Na binnenkomst bleek, dat de versterking Tondok geheel bestreken werd uit de ten Z. gelegen benting Kadok, die een Stal M. hooger lag. Van uit den zuidelijken rand van Tondok en langs den steil afgegraven wand, die van Tondok in Z. O. richting liep, werd nu de aanval op Kadok ingezet. Na dezen wand met ladders beklommen te hebben, bleek dat een ravijn van 40 M. diepte hem scheidde van de versterking Kadok. Onder vuur des vijands werd in 't ravijn afgedaald en de te genoverliggende Kadokhelling beklommen. Ook hier was weder de voortvarende onderluitenant Schouten vóóraan en stond deze weldra temidden van de randjoes vóór den steilen 15 M. hoogen wand van Kadok. Het karakter van 't gevecht om Kadok was gelijk aan dat van den strijd om Tondok. 's Vijands flankvuur werd door geweervuur uit Tondok en den oostelijken ravijnwand in bedwang gehouden. Wolfskuilen waren in groot aantal en geheel onzichtbaar aangebracht. Met voorzichtigheid werd echter de dekkende laag der kuilen met de kolf doorgestoken, zoodat geen ver wondingen daardoor te betreuren waren. Na levendigen tegenstand des vijands gelukte het den Amboi- neeschen sergeant Thijssen van het 6de bataljon zich door den pagger te wringen en op de borstwering te komen. Hij bekocht die moedige daad met den dood. Een geweerschot deed hem van de borstwering naar beneden tuimelen, waar hij spoedig den geest gaf. Nog enkele geweerschoten naar binnen en eenige handgranaten achter den pagger en de vijand liet allen weerstand thans varen. De onzen drongen binnen en wisten door eene haastige vervolging nog bij den zuidelij ken uitgang een vluchteling neer te leggen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 90