90
Bij de grens van Barroe werd de colonne door de bestuurs
hoofden van dat land opgewacht. Bij de besprekingen te Tjopo
en Mato-Wani betuigden deze hoofden hunne vriendschappelijke
gezindheid en werden zelfs geschenken aangeboden. Later
bleek, dat het bestuur van Barroe, hoewel waarschijnlijk groo-
tendeels het Gouvernement goedgezind, niet de volle waarheid
had medegedeeld omtrent de afwezigheid van een der hadats-
leden aroe Toem. (Den 15en November werd te Lampoko
door een gevangen Barroeër verklaard, dat aroe Toem zich had
aangesloten bij de partij van verzet in Soppeng en aan het
hoofd van een 100 tal volgelingen uit Barroe had deelgenomen
aan de vijandelijkheden der voorafgaande dagen).
Den 9en November patrouilleerde de colonne in het westelijke
en meest bevolkte deel van Barroe. De bevolking was overal
rustig in de kampongs aanwezig, zoodat de colonnecommandant
de overtuiging kreeg, dat het rijksbestuur te goeder trouw was.
Bovendien werden 60 vuurwapens ingeleverd, waaronder 4
nieuwe beaumonts.
Den volgenden dag bracht H. M. Assahan het bericht, dat de
colonne zich moest begeven naar Lampoko in West-Soppeng,
waar de Bevelhebber met eene compagnie op den 11 en Novem
ber zou aankomen. Ingevolge dit bevel werd den 1 len November
in noordelijke richting afgemarcheerd. Bij Palie, een kampong
in de nabijheid van de grensrivier, ontving de colonnecomman
dant bericht, dat de bevolking van Soppeng voornemens was
zich tegen onze troepen te verzetten en zich te dien einde in
het gebergte had verzameld. Hoewel ook andere teekenen, o.
a. de verlaten kampongs, wezen op onrust in deze landstreek,
vervolgde de colonne zonder eenige belemmering haren marsch
naar Boeloe-Doea, waar het bivak betrokken werd. Des avonds
werd verbinding verkregen met Lampoko, waar de Bevelhebber
met eene compagnie van het 8ste bataljon onder den kapitein
Lenshoek was aangekomen.
Den 12en November verplaatste de colonnecommandant zijn
bivak naar Lampoko, ook genoemd Lambassi. Van hier uit
was des morgens de compagnie Lenshoek naar het heuvelterrein
opgerukt. Gedurende het daarbij geleverde gevecht werd
versterking noodig geacht, welke te 11 uur v.m. door de colonne