65 In het bevel dd. 17 Augustus 1905 van den Bevelhebber aan den kapitein van Stipriaan Luiscius, commandant der maréchaussée compagnie, was aangeteekend dat de hoofdmacht der expeditionnaire troepen van Watamponé zou overgaan naar Pampanoewa en dat genoemd kapitein zonder nader bevel met de maréchaussée en de basisbezetting naar Watam poné kon terugkeeren, zoodra de basis niet meer als vivresdepöt voor zijne actie geschikt kon worden geacht. Rekenende dat de manschappen zelf met 2 dagen vivres zouden worden belast, oordeelde de kapitein van Stipriaan Luiscius het noodig eenige dwangarbeiders aan te houden, die zich bij het vivrestransport bevonden, dat den 18en Augustus te Pasempa aankwam en onmiddellijk weder naar Watamponé terugkeerde, en eenige Bonische koelies in te huren, waardoor het mogelijk werd uit te rukken met vivres voor 5 dagen. Den 19en Augustus werd afgemarcheerd naar Alakala in het landschap Bengo, waar de vorst zich volgens de laatstbekomen berichten zou ophouden. Als eerste marschdoel werd gekozen de kampong Ningo (Z. W. van Tjani), waar een familielid van den tomarilalang woonde, van welk men inlichtingen omtrent den vorst hoopte te verkrijgen. In Tjani ontving de colonne commandant het bericht, dat aroe Matjogé, het eenige lid van den hadat, dat zich nog niet onderworpen had en een der voornaamste leden van het verzet was, zich nabij de kampong verscholen had. Terstond werd zijn schuilplaats omsingeld, doch aroe Matjogé wist, met achterlating van zijn goederen bijtijds te ontsnappen. Op den verderen marsch werd in kampong Maroangé eene kleine vijandelijke bende opgejaagd. Te 3 uur 40 min. n. m. werd kampong Ningo bereikt, waar het bivak werd betrokken. Het bovenvermeld familielid van den tomarilalang was niet aanwezig. Den volgenden morgen kwam het bericht dat de vorst den nacht van 18 op 19 Augustus te Pajalesang, ten N. van Matjopa in Mariori-Wawo, had doorgebracht, en voornemens zou zijn over Tjitta te gaan naar Wadjo. Te 7 uur v. m. werd naar Pajalesang afgemarcheerd, welke kampong om 2 uur n.m. werd bereikt en waar te 3 uur 15 min. n.m. het bivak betrokken werd. Inmiddels waren de verkregen berichten in den loop van den dag Extra bijlage No. 35. I. M. T. 1915. 5.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1915 | | pagina 69