90 Det' 50 wielrijders-strijders ter opheldering: a. van Tjilamaja tot Pangoelah in de strook begrensd door b. van Pangoelah tot Poerwakarta in de strook tusschen Tji Taroem en Tji Lalawi in het W. en de Tji Latnaia in het O. c. bezuiden Poerwakarta in de strook van en met den weg Poerwakarta-Kembangkoening-G. Parang-Simpang- Depok (spoorbrug) in het Westen; tot de Tji Ater-Tandjoeng- sari-linker oever Tji Kao-Pangkalan 1-Podjok in het Oosten. 4 In het bijzonder inlichtingen verlangd omtrent o. den toestand van den weg Poerwakarta-Depok (sub 3 c.) en de daarin gelegen overgangen met het oog op den marsch van bereden artillerieën treinvoertuigen; b. de wegen van Sawitjibitoeng en Kadoedampit 1 (beide aan den grooten weg) naar Podjok en van Tjikalong be zuiden Pr. Djamboedjipa naar Lembang 2 en Tjipada en de verbindingen tusschen deze wegen met gelijk doel als sub a. zoomede met betrekking tot kwetsbaarheid van uit de vijandelijke hoofdstelling; c. overgangen over de Tji Somang van en met de spoor brug stroomopwaarts; d. den overgang over de Tji Kao in den weg Pangkalan 1 Wanajas. De Commandant der /ste Divisie, van RIETSCHOTEN. Schriftelijk aan den Majoor der Cavalerie, de Wit (10 exemplaren.) Afschriften aan de Brigade-Commandanten (elk lOexempl). Commandant off. patr. Wanasaja. 1) Afmarsch van Pangoelah den 16den ten 8 v. m.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 100