B. VERLOOP VAN DE MANOEUVRES. 16 September. I ROOD 1. Verrichtingen van de Cav. en Wielrijders. De Roode Legercavalerie marcheerde, ter verdere uitvoering van de daags te voren bij „Instructie" (Bijlage V) verstrekte opdracht naar aanleiding waarvan door haren Commandant de „Bevelen voor 16 September" (Bijlage VI) waren uitgegeven te 8 v.m. van uit hare overnachtingsplaatsen at. De vooruitsnellende wielrijders konden reeds te 9.25 v. m. rapporteeren, dat de brug bij Poerwakarta over de Tji Kao on bezet was. Tegen half elf kwam ook de Cavalerie ter plaatse aan en rukte, na van hieruit verbinding te hebben gezocht met H C. 1 (bij de Tji Kao-overgang nabij Tjikao-Krawang), over de brug in Z. richting verder, het detachement wielrijders ter bezetting van de brug achterlatende. Ter hoogte van pl. 3 kreeg de spits aanraking met een vij andelijke cavaleriepatrouille (1106 v.m.), terwijl kort daarna bij pl. 2 door het gros een aanval langs den weg werd gedaan achtereenvolgens op blauwe cavalerie en een zwakke infanterie- afdeeling; verder rukkende, werd echter zooveel vuur ontvangen, dat de voorwaartsche beweging moest worden gestaakt. Voor opdringende Blauwe Infanterie moesten de Roode ruiters ten slotte over Boender in de richting van kg. Pasanggrahan terug wijken. De bedoeling zat daarbij voor om van af pl. 3 aan den weg Boender- Tjikaokrawang de brug over de Tji Kao bij Poerwakarta blijvend te observeeren en de opheldering over Kembang Koening voort te zetten. Gedurende den geheelen verderen dag bleef deze cavalerie in contact met Blauwe troepen voor kg. Boender en betrok bij het vallen van de duisternis bivak in kg. Pasanggrahan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 15