24 Ultimatum van den Gouverneur van Celebes en Onderhoo- righeden aan den radja van Gowa dd. 17 October 1905. (Gewone inleiding). Het is thans elf uur voormiddags en eerst zooeven heb ik Uw antwoord ontvangen op mijnen brief van 15 dezer. Ik kan met Uw wegblijven geen genoegen nemen, want hoewel U steeds ziekte voorgeeft, weet ik maar al te goed, dat U. H. niet ziek is en zij ook geregeld naar de moskee kan gaan om het Vrijdagsche gebed te verrichten, evenzoo dagelijks naar Pandang. Pandang gaat, dat evenver van Uwe woning verwijderd is als Makasser. In Uw eigen belang raad ik U nogmaals ten mijnent te komen tot bespreking der tegen Gowa bestaande grieven en geef ik U. H. daartoe den tijd tot morgen-Woensdag-namiddag te 5 ure. Is U. H. dan nog niet ten mijnent geweest, dan zal ik zelf, voorafgegaan door de soldaten van het Gouvernement, te Djon- gaja komen om U de eischen van den Gouverneur-Generaal bekend te stellen. De Gouverneur (w. g.) KROESEN. Antwoord van den radja van Gowa op het ultimatum. (Gewone inleiding). Voorts deel ik den Gouverneur zeer eerbiedig mede, dat ik Uwen brief van den 17den October ontvangen en den inhoud daarvan begrepen heb, luidende dat in mijn eigen belang mij nogmaals de raad gegeven werd om ten Uwent te komen om over de grieven tegen Gowa te spreken, wordende mij de tijd tot morgennamidddag gelaten, als wanneer dan UHoogE- delGestrenge zelf zal komen. Het verheugt mij ten zeerste, dat de Gouverneur zou willen komen met een goed doel, doch ik verzoek den Gouverneur zich mijner te ontfermen en het goede

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 168