Bijlage XLVIl. COMMANDO DER EXPEDITIE NAAR ZUID-CELEBES. Instructie voor den bivak-commandant te Pakatto. Artikel 1. De bivak-commandant zal met alle binnen zijn bereik lig gende middelen de verblijfplaatsen van den vorst en de nog niet onderworpen hoofden opsporen en hen rusteloos vervolgen. T roepensterkte 1 sectie 1ste compagnie en 3 sectiën 3de compagnie 9de bataljon, met bijbehoorenden korpstrein, en tolken. (Zoodra mogelijk worden een sectie 1ste compagnie en een sectie 3de compagnie 9de ba taljon, thans nog in de Z. vlak te, aan deze troepen toege voegd). Artikel 2. Het gedeelte van Gowa, be grensd ten Z. door de Beerang, ten W. door een lijn van de Oering Balangde in N. N. O. richting over Samata en Kassi naar de N. grens van Gowa, ten N. door laatstbedoelde grens en ten O. door een lijn N. Z. loopende over den top van de Bokokoera en de kampong Bo.- Bonto, moet in alle richtingen worden afgepatrouilleerd. Aan de opgegeven grenzen behoort niet angstvallig te wor den vastgehouden. Bij nachtelijke ondernemingen moet van het overschrijden der opgegeven grenzen tijdig aan den betrokken bivak-com mandant kennis worden gegeven. 1) Het patrouillegebied van het bivak Limboeng omvat het Z. deel der Vlakte van Gowa en wordt ten N. begrensd door een lijn, loopende van Barombong in W. richting, en ten N. O. door de Beerang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 171