Bijlage LI. Vertaling van een brief van de leenvorstin van Tanette gericht aan den Gouverneur van Celebes en Onderhoorigheden (Gewone inleiding). Wijders deel ik U mede, dat tijdens het laatst aanwezen van den resident alhier deze mij mededeelde, dat de radja van Go- wa niet meer in Gowa was en dat de marechaussee te vergeefs naar hem zocht, doch dat hij gehoord heeft, dat de radja van Gowa zich naar Barroe heeft begeven. Ik liet toen een nauwgezet onderzoek daarnaar instellen en vernam, dat hij werkelijk eenige avonden geleden per prauw-balolang aldaar is aangekomen en zich verschool in het huis van aroe Barroe. Den 24sten dezer op Zondag kwam een vertrouweling van mij, wonende te Boeboe E, gebied van Madallo (Barroe), en deelde mij mede, dat de radja van Gowa zich op dit oogenblik ten Noorden van de kampong Boeboe E bevindt in het huis van diens zoon genaamd daeng Magassing. Ik zond dezen vertrouweling toen terug met opdracht alle wegen te bewaken. Indien U dus menschen hierheen wilt zenden, verzoek ik U Tanette te laten aandoen, dan zal ik een wegwijzer meegeven, daar die radja zich midden in een bosch doch ook d cht bij zee schuil houdt. Op Woensdag den 13den December is hij te Barroe aange komen. Tijdens den terugkeer van kraeng Bérowangin naar Makasser, moest deze hem hebben doen waarschuwen om liever naar het Noorden (Barroe) de wijk te nemen, omdat de marechaussees belast werden hem in Gowa op te zoeken. De prauw-balolang, waarmede hij naar Barroe is vertrokken, hoort in de kampong Galesong te huis en is van een kalkver- kooper. Geschreven te PANTJANA, op 26 Zondag 1323. 24 December 1905. Extra Bijlage No. 37. I. M. T. 1916.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 181