Bijlage LVIIl.
MILITAIR COMMANDO
CELEBES, MENADO en TIMOR.
Instructie voor den militairen commandant in de Adja-
tapparang, Masenrempoeloe en Mandharsche landschappen.
Artikel 1.
Voor de actie in de Adjatapparang, de Masenrempoeloe, en
voor zooveel noodig ook in de Mandharsche staatjes, blijven
tot nader order aangewezen de te Rappang en Paré-Paré ge
legerde 3 compagnieën van het 6de bataljon infanterie, in ver
band waarmede het thans te Balanipa (Mandhar) gelegerde
detachement van de vaste bezetting te Makasser, zoodra de
omstandigheden dit zullen veroorloven, door een detachement
van Inf. VI behoort te worden vervangen.
Zoolang de voortvluchtige radja van Gowa zich in het in de
vorige alinea omschreven gebied ophoudt, zijn voor de actie
daarin mede geheel of ten deele beschikbaar de marechaussee-
en de Timoreesche compagnie, met dien verstande dat aan deze
beide compagnieën in het bijzonder als zelfstandige taak be
hoort te blijven opgedragen het opsporen, onafgebroken ver
volgen en zich meester maken van dien radja en hem verge
zellende voorname hoofden.
Artikel 2.
In het reeds onderworpen gebied hebben de troepen in het
algemeen tot taak het handhaven van orde en rust en het
verleenen van steun bij de uitoefening van de bestuurstaak.
Die steun wordt verleend door:
a. het uitoefenen van politioneel toezicht op de hoofden en
bevolking, o. a. door het controleeren der uitgereikte kam-
pongpassen en van de opkomst aan den wegenarbeid;
VAN