Bijlage LXIII. MILITAIR COMMANDO ADJATAPPARANO en MASENREMPOELOE. Instructie voor den commandant der mobiele colonne te Langga; De standplaats van deze colonne, die bestemd is om te pa trouilleeren in de landschappen Sawietto, Batoe-Lappa, Kassa en Letta, is Langga, De grenzen van dit gebied mogen zoo noodig worden overschreden. De colonne dient: le. tot het opsporen, vervolgen en onschadelijk maken van in verzet zijnde hoofden, van rooverbenden en elementen, die rust en orde in die streken verstoren; 2e. tot registratie in streken, die daarvoor in aanmerking komen; 3e. tot het aangeven der aan te leggen wegen en het houden van toezicht op den aanleg daarvan. Den commandant wordt naast een zeer actief, een in alle op zichten gematigd optreden aanbevolen. Hij zal in het bijzonder waken voor de stipte opvolging van de in het belang der bevolking gegeven voorschriften, ver vat in den „Leidraad Velddienst van het Nederlansch Indische Leger" (punt 1 van het aanhangsel) en de Alg. Order 115 van 1901. Voor ongeveer één maand vivres voor de geheele colonne dient steeds te Langga aanwezig te zijn. Indien dit niet het geval is, moet hiervan in het dagboek worden melding gemaakt. De vivres worden betrokken uit het magazijn te Paré-Paré. De colonne-commandant verhoudt zich rechtstreeks tot den militairen commandant in de Adjatapparang en Masenrempoeloe, aan wien van alle uit een militair oogpunt gewichtige gebeur tenissen ten spoedigste wordt bericht gezonden en overigens volgens de bestaande voorschriften een afschrift-dagboek wordt ingediend. RAPPANG, den llden April 1906... De militaire commandant, (w.g.) DE WIJS. IN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 209