72
andelijke bentings. Hier werden de tandoes onder dekking van
10 man achtergelaten. Ook bleven hier 10 bajonetten om het
vuur op de stelling te openen, daar een vijandelijke schild
wacht op 25 M. afstand van de kampong onze aanwezigheid
had opgemerkt en den vijand door zijn schot, dat een fuselier
zwaar verwondde, had gealarmeerd. De schildwacht werd neer
geschoten. De vijand opende thans zijn vuur uit de hoofdstel
ling. Vlug werd de zeer steile helling met handen en voeten
beklommen (2 officieren en 40 minderen), gebruik makende
van de uitstekende rotspunten. Ondertusschen bezette de gea
larmeerde vijand zijne stellingen, hetgeen merkbaar was aan het
toenemend aantal schoten en steenen. Van rots tot rots sprin
gende, nu en dan vurende en voorafgeg tan door den 2den lui
tenant van Mourik, de Europeesche sergeanten Smitz, Couveé, den
Amboineeschen sergeant Supit, den Amboineeschen korporaal
Rumawung, den amb. infanterist le klasse Pandilaky, de Am-
boineesche fuseliers Sengkoy en Pattinama, wist de afdeeling
zich op 15 M. van de versterking te nestelen, waar het vuur
geopend werd. Nadat dit eenigen tijd volgehouden was, be
sloot ik te attaqueeren, maar toen op het signaal de afdeebng
vooruit sprong en zich bloot gaf, werden een tiental manschap
pen en de 2de luitenant van Mourik gewond of gedood. De
rest wierp zich weer achter de dekkingen neder. De pogin
gen om de lijken der gesneuvelden, Pattinama, Sengkoij en
Rumawung, die vlak voor de borstwering lagen, weg te halen
waren vluchteloos. De Amboineesche ziekenverpleger Latuperis-
sa maakte zich verdienstelijk door met de grootste kalmte
onder 's vijands hevigen kogel- en steenenregen de gewonden
in de vuurlinie te verbinden. De attaque werd niet meer her
haald, maar alles werd in het werk gesteld om de gewonden de
helling af naar de gedekte opstelling der tandoes te brengen.
Door militairen en kettingjongens werden zij naar omlaag
gebracht, maar helaas werden eenigen gedurende het transport
door steenworpen getroffen en vielen zij op de rotsen 100. M.
lager te pletter. Aan de afdeeling in de kampong gelukte het
2 lijken uit het ravijn op te halen. Het vuur der algemeene
reserve werd bijna niet gehoord en had blijkbaar in het geheel
geen uitwerking, daar elk oogenblik het aantal schoten en steenen.