78 werd zoo goed als niets gehoord; ook scheen dat vuur weinig uitwerking te hebben, daar de vijand telkens sterker werd. Lang zamerhand wist de afdeeling zich op 15 M. van de borst wering te nestelen, alwaar een geregeld vuur geopend werd. Nadat eenigen tijd was gevuurd, liet ondergeteekende den aanval blazen. Toen het geheel opsprong, kreeg de afdeeling echter dusdanig vuur en een zoodanige hoeveelheid steenen, dat 10 man dood of gewond nedervielen. Hieronder bevond zich de luitenant van Mourik, die zwaar gewond werd. De Amboineesche korporaal Rumawung en de Amboineesche fuseliers Sengkoijen, Pattinama lagen dood aan den voet van de borstwering. Tengevolge van deze verliezen verbloedde de aanval, de rest wierp zich achter de dekking- gevende steenen en opende weder het vuur. Nu werd gepoogd de gewonden, die door den Amboineeschen soldaat ziekenver pleger Latuperisa werden verbonden, in veiligheid te brengen, hetgeen met behulp van soldaten en kettingjongens gelukte. Eenigen echter werden onderweg op de zeer steile helling door steenen getroffen, waardoor zij stortten en in de diepte te plet ter vielen op de rotsen. Pogingen om de 3 dooden in veiligheid te brengen moesten opgegeven worden, omdat ieder die zich bloot gaf dadelijk door steenen werd getroffen. Een der lijken trachtte men middels een touw naar beneden te laten» doch het viel in het ravijn: een der kettingjongens werd daarbij getroffen en tuimelde ook naar beneden. Om +9 uur v.m. werden door ondergeteekende een 3tal kettingjongens uitgezonden naar den kapitein de Bruijn, die zich ±3 uur gaans van ons bevond, met het volgende mondelinge bericht: „tida bisa madjoe, tida bisa moendoer". Door het blazen van signalen trachtte ondergeteekende boven dien de aandacht van den leider te trekken. De 2de luitenant van Mourik, die zich gewond nog bij mij bevond, vertrok nu om te trachten de plaats der tandoes te bereiken. Ik verzocht hem toen de kettingjongens naar boven te sturen om de overige gewonden te komen helpen transporteeren. Het aantal gewonden nam hand over hand toe. Pogingen om vooruit' te komen werden niet meer herhaald, daar iedereen die zich bloot gaf getroffen werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 222