79 Met behulp van den ziekenverpleger gelukte het nog eenigen in veiligheid te brengen. Eenigen echter, waaronder de Euro- peesche sergeant Couvée, werden onderweg getroffen en vielen in het ravijn. De sergeant Couvée was zwaar gewondhij had een schot door een scheenbeen, dat verbrijzeld was. Bovendien was een slagader doorgeschoten. De ziekenverpleger had hem verbon den en het gewonde been met een slang afgebonden. Gedu rende het vervoer kreeg hij echter een steen tegen het achterhoofd. Om hulp roepende is hij toen omlaag gestort. Zijn lijk heeft men opgehaald met de slang nog om het been. De toestand werd langzamerhand onhoudbaar. De troepen in de kampong konden alleen steun verleenen met hun vuur, daar versterking der voorste linie slechts nog meer verliezen tegenvolge zou hebben zonder eenige kans op succes. De steenenwerpers bezetten thans een rotspunt op 25 M. van de rechterflank der afdeeling, waardoor zoo goed als geen dekking meer te vinden was. Om 3 uur n. m, zag ik een afdeeling der reserve naderen. Nadat deze afdeeling, eenigen tijd in kampong Bontoe-Batoe had vertoefd, zag ik dat een gedeelte weder terugmarcheerde. Op mijn signaal „rechtsom keert looppas", eenige malen geblazen, werd totaal geen acht geslagen. De afdeeling verdween, eenige gevulde tandoes me denemende. Ik kreeg eenige oogenblikken later een schriftelijk beiicht van den sergeant Geene, die met een deel der pas aangekomen afdeeling in Bontoe-Batoe was gebleven, melden de dat een gedeelte met de gewonden was afgemarcheerd, aangezien hij mij toch geen hulp kon brengen. Mijn plan was te wachten tot het invallen der duisternis en dan terug te trekken, maar in verband met het bezetten van de rotspunt 25 M. rechts van de afdeeling besloot ik eerder terug te gaan. Gewonden lagen niet meerhoven. Om4 uur n. m. liet ik ter plaatse appèl houden. Het bleek toen, dat nog leefden de Europeesche sergeanten Smitz en Swart, de Amboi- neesche fuseliers Wilar, Wuisam, Noija, Sambiran en Soukotta benevens 2 kettingjongens, allen reeds meer of minder door steenworpen gewond. Langer blijven was onverantwoordelijk. Niemand kon het detachement te hulp komen, daar versterking

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 223