86
was te verwachten. Immers de zeer steile hellingen van de
kale rots (de minste waren nog 45°), langs welke de steenen
borstweringen moesten worden genaderd en welke bovendien
zoowel door het vuur der onzichtbare en volkomen gedekte
schutters als door de neerrollende steenklompen werden be-
heerscht, konden op slechts enkele punten en dan nog man
voor man worden beklomm n, zoodat bij het binnendringen der
versterkingen nagenoeg geen partij van onze overmacht kon
worden getrokken.
De terrasversterkingen op de oostelijke helling en de top-
versterkingen, van welke laatste die op de beide hooggelegen
plateautjes de voornaamste waren, vormden afzonderlijke wer
ken. Van den domineerenden bergrug, waarop de Botisan ligt,
konden de bovenversterkingen en die op den Z. O. uitlooper
van den Bontoe-Batoe onder vuur worden genomen, doch een
artilleriestelling welke al deze werken beheerschtte, bood het
terrein niet, zoodat steun van het artillerievuur bij den aanval
zich aanvankelijk tot eene beschieting van den versterkten
rotstop zou moeten bepalen.
Van een omtrekking van de alleenstaande rots met haar naar
alle zijden frontmakende werken was uit den aard der zaak
geen sprake.
De verkenningen leidden tot het besluit den hoofdaanval
door een beklimming van de uiterst steile W. helling te richten
tegen de topversterkingen, na welker vermeestering de lager
gelegen werken op het O. terras en de Z. helling voor den
vijand onhoudbaar moesten worden. Tegen beide laatstgenoem
de fronten zou gelijktijdig van uit O. en Z. W. richting worden
opgerukt.
Hoewel de reeds gebleken groote waakzaamheid van den
vijand, de aard en de ligging der versterkingen een nachtelijke
verrassing zeer moeilijk maakten, zou toch getracht worden
met gebruikmaking van de duisternis de nadering van de tegen
de bovenversterkingen ten aanval oprukkende troepen bij ver
rassing te doen geschieden. Een schijnaanval tegen de terras
versterkingen op de O. helling in den namiddag van 15 Mei
moest 's vijands aandacht van de zich westwaarts van de
Bontoe-Batoe verzamelende troepen afleiden.