Bijlage LXIX. EXPEDITIONNAIRE TROEPENMACHT ZUID CELEBES. MARECHAUSSEE-COMPAGNIE. Rapport Van het gevecht op 16 Mei 1906. Sterkte van den troep: kapitein ten Seldam, 1ste luitenant Schater, 2de luitenant Oosthout, 120 karabijnen, ingedeeld in 6 brigades. Opdracht: den 15den Mei te 10 uur v.m. de opdracht ont vangen van den Militairen Commandant van Celebes, Menado en Timor om in den namiddag af te marcheeren naar den top 500 M. ten Z. van de rotsversterking Bontoe-Batoe, in den nacht op te rukken naar de W. zijde van de rots, de benting op den top bij verrassing te nemen en, zoo zulks mocht mis lukken, bij 't aanbreken van den dag, na voorbereiding door artillerievuur, tot den aanval over te gaan. Uitvoering: Daar slechts twee smalle en zeer steile voetpaden naar de benting voerden, zoodat ontwikkeling van den troep niet mogelijk was en alles afhing van een paar dapperen, werden vrijwilligers gevraagd om vooraan te gaan. De lste, luitenant Schafer en 35 minderen, waarvan er 18 werden uitgekozen, ga ven zich op. Den 15den Mei om 4 uur n.m. werd afgemarcheerd in de volgende ordede vrijwilligers (waarbij 2 Europeesche genie soldaten met dynamietbommen en pikhouweelen), 1ste briga de, 7 geniesoldaten met 1 kist springmiddelen, 2de, 3de, 4de brigade, gevechtstrein, 6de brigade. De 5de brigade was over den gevechtstrein verdeeld om de dwangarbeiders goed te doen opsluiten. Aan den luitenant Oosthout was opgedragen aan den staart der 6de brigade te marcheeren teneinde er goed op te letten, dat niemand achterbleef. IN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 235