94 gen, over het zadel naar het overhangend rotsblok, waaronder zich de sergeant Boelhouwer, de sergeant der genie Brauer en een 6tal vrijwilligers gedekt hadden opgesteld. Ik jspoorde den ser geant Brauer aan zich met enkele dynamietbommen naar voren te begeven, de bij de vrijwilligers ingedeelde geniesoldaten bleken achtergebleven te zijn). Na eetiige aarzeling zoo nu en dan werd er nog met steenen geworpen langs het te volgen pad gaf hij hieraan 'gehoor, voorafgegaan door den Europeesch-- sergeant Boelhouwer en een paar marechaussee's. Nauwelijks hadden wij ons in beweging gesteld, of wij hoorden boven ons bij de benting een luid gejoel. Enkele marechaussee's waren binnengedrongen (tusschen 8H en 8M uur v.m.). Het waren Kaja en Sopamena, die uit eigen beweging tot den aanval waren overgegaan, onmiddellijk gevolgd door den luitenant Schafer, den Europeesch-sergeant Boelhouwer en den Amboineesch-ma- rechaussee Samu-Samu. In de benting werden 4 vijanden neergelegd, waarna genoemd officier den kam der rots volgde, steeds door beide laatstgenoemden voorafgegaan. Inmiddels was nu ook de sergeant Carpentier met zijne brigade van beneden komen opdagen en zag ik luitenant Oosthout volgen. Ongeveer van het midden van den kam kon nog vuur worden gegeven in de versterking halverhoogte de O. zijde van de rots; dit vuur moest echter spoedig gestaakt worden, daar de 3de compagnie 6de bataljon hier tot den aanval oprukte. Aan luitenant Schafer werd nu opgedragen den kam verder te volgen en af te dalen naar de terrassen op de Z. zijde van de rots; aan luitenant Oosthout werd gelast met 20 karabijnen langs de N. begroeide sleuf naar de benedenversterkingen af te dalen. Bedoelde terrassen waren verlatenalleen op't tweeide werd nog één man neergelegd. Nadat deze terrassen waren bezet en ook enkele manschappen van de 2de compagnie 6de bataljon onder den 2den luitenant Buis hier waren aangekomen, werd aan luitenant Schafer opgedragen nog verder af te dalen om de lager gelegen terrassen van vijanden te zuiveren. Dit bleek hier echter onmogelijk, waarop met dynamietbommen omlaag werd gegooid. Nog steeds vuur van onze troepen vernemende uit Z. richting (2de compagnie 6de bataljon) begaf ik mij met enkele marechaussee's door de Z. begroeide sleuf naar de bene-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 238