95 denversterking omlaag met de bedoeling zoo mogelijk nog steun te verleenen bij het nemen der lagere terrassen. Intusschen had ik aan sergeant Carpentier opgedragen het midden van den top met 10 karabijnen bezet te houden. Na langs een uiterst moei lijk pad op de benedenversterking te zijn afgedaald trof ik hier de 3de compagnie 6de bataljon en luitenant Qiebing van de 2de compagnie 6de bataljon aan, terwijl kort daarna verbinding werd verkregen met de afdeeling Oosthout. De vijand vuurde nog alleen van het laagste terras slechts nu en dan een enkel schot. In een grot, die vermoedelijk daarheen toegang verleende, werd een dynamietbom geworpen, waarna geruimen tijd geen schot meer vernomen werd. Tegen half 2 vernamen wij, dat de staf op de boventerrassen was geweest en daarna naar 't bivak was teruggekeerd. Luitenant Qiebing ontving bericht, dat de versterking door de 2de compagnie 6de bataljon bezet moest blijven. Hieruit meende ik te mogen besluiten, dat de andere troepen naar 't bivak konden terugkeeren, weshalve daarheen werd afgemarcheerd. Commandant marechaussee-compagnie, (w. g.) R. TEN SELDAM,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 239