Bijlage LXXII.
QARN1Z0ENS-BATALJ0N VAN
'CELEBES, MENADO en TIMOR.
Detachement in Mandhar.
MADJÉNÉ, den Uden Februari 1906.
Ik heb de eer UHoogEdelGestrenge mede te deelen, dat de
•controleur van Mandhar en ik van meening zijn, dat een bezoek
aan het landschap Mamoedjoe, vergezeld van een zoo sterk
mogelijke militaire patrouille, hoogst noodzakelijk is, waarom
het besluit genomen is om per S. S. „van Hogendorp" op den
18den Februari a. s. de patrouille daarheen te doen overbrengen.
De controleur heeft voor dit doel reeds de noodige stappen bij
het agentschap der Koninklijke Paketvaart Maatschappij gedaan.
De redenen voor bovenstaand besluit zijn
le. volgens ingewonnen berichten laat de veiligheid van perso
nen en goederen in Mamoedjoe zeer veel te wenschen over;
2e. de commandant van het S. S. „van Hogendorp" deelde
mede, dat een sloep van boord aan den wal werd opge
wacht door een groote menigte met lansen en krissen
gewapenden, en dat bij die gelegenheid hem werd me
degedeeld, dat het inlandsche bestuur van Mamoedjoe niet
wilde instaan voor de veiligheid der schepelingen en
handelaren aan boord;
3e. de commandant van bovenbedoelden bodem deelde mede,
dat te Karosa een kampong in het Mamoedjoesche
van het S. S. „van Hogendorp" werden gevorderd an-
kergelden (oewang batoe) en dat op zijn protest werd
geantwoord, dat deze vordering geschiedde op last van
den maradia van Mamoedjoe.
De commandant van het detachement,
(w. g.) GUSDORF.
Aan
•den Gewestelijk Militairen Commandant
van Celebes, Menado en Timor
te
MAKASSER.