27
vakbezetting den last gegeven naar Darangdan af te marcheeren.
Van deze compagnieën geraakte er één, met den staf en een
deel van den gevechtstrein van het bataljon, bij pl. 6 tusschen
sterke, zich op den grooten weg bevindende vijandelijke af-
deelingen en werd buiten gevecht gesteld. De andere compa
gnieën marcheerden in vereeniging met het 9de en 15de Bataljon
en de mitrailleurs onder bescherming van een achterhoede langs
den grooten weg Z. waarts. zonder verder door den vijand
te worden bemoeilijkt.
De Compagnie algemeene reserve (van Inf. IV), welke na
het signaal „eindigen der manoeuvres" Z. van Bendoel het
4de Bataljon inwachtte, ontving te 3.30 n.m. den last bij Nagrak
een opname-stelling voor genoemd bataljon in te nemen, aan
welke opdracht te 4.45 n m. was voldaan.
De Commandant van de sectie autotractie-artillerie ontving
nabij Pr. Tjoepoe eveneens mededeeling van het voortduren
van den oorlogstoestand en vernam daarbij tevens, dat de vijand
intusschen het brugje bij Tjianting door het wegnemen van
dekplanken vluchtig had vernield.
In verband hiermede bracht genoemd artillerie-commandant
zijn sectie in stelling op den weg O. van Pr. Tjoepoe, met
waarneming vanaf dien heuvel.
Na hier te hebben waargenomen, dat ongeveer 2 bataljons
der eigen troepen de open strook tusschen Bendoel en Pr.
Tjoepoe waren doorgetrokken zonder door den vijand te zijn
achtervolgd, deed de sectie-commandant te 5 n.m. de batterij
stelling ontruimen om bij Nagrak opnieuw in stelling te komen.
(De brug bij Tjianting was intusschen hersteld).
De Commandant van A 5 Vd. had te 4 n.m. opdracht
gekregen bij Nagrak in stelling te komen; hieraan was een
half uur later voldaan. Deze batterij nam de voortrukkende Roode
voorhoede, nadat hare voorste afdeelingen den 3-sprong bij Pr.
Tjoepoe hadden gepasseerd, van 5.30 tot 6.15 n.m. onder vuur.
De stelling bij Nagrak werd achtereenvolgens nog bezet
door 1 comp. Inf. IV, 2 comp. Inf. XV welke aldaar tusschen
5 en 6 n.m. aankwamen en door 1 sectie mitrailleurs. De
Brigade-cavalerie stond met de Madsengeweren nabij Boeloeh,
op den linkervleugel der artillerie-opstelling.