Verrichtingen der Roode Partij.
38
21 September.
I. ROO D.
Teneinde een aanval op de door Blauw ingenomen stelling
nog op dezen laatsten manoeuvre-dag mogelijk te maken,
waren den Divisie-Commandant, ter vervanging van de anders
onvermijdelijke verkenningen, gegevens verstrekt aangaande het
beloop dier stelling en de daarin opgerichte steunpunten.
Op grond van deze gegevens en van een in den namiddag
van den 20sten gehouden korte verkenning, besloot de Divi
sie-Commandant met de 2de Brigade den rechtervleugel van
's vijands stelling aan te grijpen en zich daarbij tegen een uitbreken
van Blauw langs den weg Sasak Saat Tjikalong te dekken
door de 1ste Brigade een stelling te doen innemen in de lijn
Pr. Menjan pl. 21 op den grooten weg.
De artillerie zou den aanval voorbereiden en steunen met
A II Vd. opgesteld in de lijn Selagombong Pr. Djamboedipa
en een bergbatterij nabij T 977 (Z. O. van Tjibitoeng Girang).
Nog vóór het eerste daglicht heeft de artillerie de haar aan
gewezen opstellingen ingenomen en onder haar beschermend
vuur schrijdt weldra de 2de Brigade ten aanval.
Omstreeks half negen ontbrandt op dezen O. vleugel de
strijd, waarin de Roode infanterie niet dan langzaam eenig
terrein kan winnen.
Te 8.40 v.m. verneemt de Divisie-Commandant uit een be
trouwbaar spionnenbericht, dat zich in front van de 1ste
Brigade niet meer dan 1 bataljon aan infanterie bevindt.
Thans krijgt ook deze Brigade het bevel om den tegenstan
der in front aan te grijpen. Voordat zij echter tot den aanval
is kunnen worden aangezet, klinken voor de laatste maalde
hoornsignalen voor het eindigen der manoeuvre 10 v.m.)
Vervolgens marcheeren alle troepen-korpsen zelfstandig naar
de hun aangewezen kantonnementen te Padalarang en Tjimahi
af, alwaar de onbereden troepen tusschen 3 en 8.15 n.m. aan
komen.