42
beperkte hoeveelheid materieel kan worden beschikt, geheel
beheerscht door die hoeveelheid.
Het vervoer moet zoo snel mogelijk plaats hebben, d.w.z. de
troepen moeten zoo kort mogelijk buiten hunne garnizoenen
verblijven.
In verband met de beschikbaar gestelde hoeveelheid mate
rieel kon dit slechts op de volgende wijze .worden bereikt.
Op den 13den September begon het vervoer van de 2de
Brigade uit Poerworedjo. Materieel voor ongeveer de helft dier
Brigade was beschikbaar, hetwelk in 2 treinen op dien dag
tot Bandoeng (Tjikoeda Pateuh) werd gebruikt; datzelfde materieel
ging den 14den terug naar Poerworedjo, vervoerde op den
15den de rest der 2de Brigade, terwijl aan elk dier beide
treinen te Koetoardjo het materieel werd aangehaakt, waarin
afdeelingen uit Oost-Java waren aangevoerd.
Op dienzelfden dag (15den) begon het vervoer van de 1ste
Brigade, waarvoor Yi van het voor die Brigade benoodigde
materieel beschikbaar was. Dit materieel moest dus op één dag
twee keer het traject Weltevreden Tjikampek v.v. afleggen
om de 1ste Brigade op den 16den in haar geheel overgevoerd
te hebben.
Den 16den werd de geheele 4de Brigade vervoerd in 4 treinen
met materieel voor Yt Brigade, welk materieel afkomstig was
van de 2de Brigade en op dien dag dus ook twee maal heen
en weer moest. Om aan het euvel van de slechte laad- en
losgelegenheden en de kleine emplacementen zooveel mogelijk
tegemoet te komen, werden Bandoeng, Tjimahi en Padalarang
als inladingstations en Bendoel en Plered als uitladingsstations
gebruikt. Toch ontstonden door verschillende oorzaken reeds
bij de eerste treinen vertragingen, welke onvermijdelijk in den
loop van den dag aangroeiden en in den avond zeer aan
zienlijk waren.
Dit ondervond de 2de Brigade welke in den avond van den
16den van Bandoeng (Tjimahi) naar Tjikampek moest worden
vervoerd; 't werd nu nachtwerk.
Voor dit vervoer was materieel voor de geheele 2de Brigade
beschikbaar, bestaande uit het materieel dien dag door de 4de
Brigade gebruikt en het materieel van de 1ste Brigade, dat na