60 VII. Spoorwegvervoer. Ten behoeve van het spoorwegvervoer zullen den betrokken Afdeelings- tevens |Brigade-Commandanten.marschtableaux wor den uitgereikt, waarop zullen worden bekend gesteld de inla- dingsstations, benevens de etappeplaatsen, waar door de ver schillende echelons c.q. zal moeten worden overnacht. VIII. Legering. Zooveel mogelijk wordt de troep ondergebracht in te huren huizen of gedeelten van huizen (voorgaanderijen) en overigens onder groepszeilen, welke in de bagagetreinen van alle wapens voor de helft van de troepen worden medegevoerd. Worden groepszeilen gebezigd, dan moet den troep tevens een voldoend dik stroo- of bladerenbed worden verschaft. De groepszeilen worden door de zorg van den geniedienst in het garnizoen beschikbaar gesteld. De betaling voor de ingehuurde woningen en c.q. voor legeringsmateriaal geschiedt door de compagnies-, batterij- en eskadronscommandanten, die voor de terugerlanging van die gelden rekeningen bij den Brigade-Intendant indienen. Er kan betaald worden 0,02 per dag per onder dak gebracht minder militair en ƒ0,25 per officier. Hulpsocieteiten (Algemeene Order 1881, No. 46 artikel 28) worden opgericht op de voornaamste centra van legering. Aangezien zooveel mogelijk de oorlogstoestand moet worden nagebootst, mogen, zoolang deze duurt, geen kwartiermakers worden vooruitgezonden naar plaatsen, welke vóór het front der troepen liggen. Aan de Partijcommandanten zullen gegevens worden verstrekt, welke voor de legering van troepen op de verschillende plaatsen van het manoeuvreterrein van waarde zijn. IX. Bevelen en berichten. De partijcommandanten zorgen, dat 6 dagen vóór den aanvang van de manoeuvres de bevelen, welke door hen bij het aan vaarden van het commando worden uitgegeven, bij den Leider

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1916 | | pagina 70