81
De verbandgroepen plaatsen zich achter de onderafdee-
lingen, waarbij zij zijn ingedeeld.
Ontwikkelen de Compagnieën zich tot het gevecht, dan
blijft dat geneeskundig personeel aanvankelijk achter, zooveel
mogelijk gedekt, en volgt van daar nauwkeurig de bewegin
gen van den troep.
Zoodra het personeel niet meer is blootgesteld aan 's vijands
rechtstreeksch vuur, of wel indien het terrein voldoende dek
king oplevert, zal ieder man van bedoeld personeel individueel
handelen, door met sprongen, desnoods kruipende, zooveel
mogelijk de gevallenen te naderen. In geen geval mogen
over open terrein gewonden gedragen worden vervoerd
binnen de 100 Meter achter de vurende liniën.
Aldus voorwaartsgaande zal het geneeskundig personeel
de eerste hulp ter plaatse geven aan de gewonden, die het op zijn
weg ontmoet, bestaande in het aanleggen van verband of spalk,
waarbij aan bedoeld personeel de meeste vrijheid wordt gelaten.
Het legt de gewonden, die niet kunnen marcheeren, op
veiliger plaatsen neer, ontdoet ze van wapenen en ledergoed
en legt een en ander naast hen neder.
Bij het transport naar de verbandplaats moeten wapenen
en ledergoed daarheen worden medegenomen.
Laten de omstandigheden het toe, dan worden de niet
marschvaardige gewonden in de armen of per draagbaar ge
bracht naar zooveel mogelijk tegen vuur beschutte plaatsen,
z.g. gewondennesten.
Deze worden gemarkeerd door kleine vlaggetjes (in casu
door vlaggen wit met roodkruis kleine) daarbij de voorzorg
nemend, dat deze niet voor de tegenpartij zichtbaar zijn.
Het personeel gaat hierop wederom voorwaarts om elders
zijn arbeid op overeenkomstige wijze voort te zetten.
Het geneeskundig personeel der verbandgroepen mag
nooit het contact verliezen met den troep.
Is na afloop van het gevecht zijn taak volbracht, dan
voegt het zich weder bij den troep.
De gewonden moeten de taak van de verbandgroepen
zooveel mogelijk verlichten, door te trachten, zich zeifin
veiligheid te stellen,
Extra Bijlage No. 37. I. M. T. 1916. 6