17
madsengeweren), kon de vijand nog niet worden teruggedre
ven. Dit gelukte eerst, toen de infanterie der voorhoede van de
2de brigade in het gevecht ingreep en de taak van de cavalerie
het forceeren van den Poentjak overnam. Terwijl de infanterie
daartoe in de richting van den Poentjak oprukte, rustte de zelf
standige cavalerie in kampong Tegallega 2 (N. van paal 55), al
vorens te 6 uur n. m. een bivak te betrekken in kampong Tjimatjan.
Verrichtingen van de 4de brigade.
De 2de brigade marcheerde te 8 uur v. m. uit Tjiandjoer af in
de richting Buitenzorg (marschbevel zie bijlage XVIII).
Van den commandant der voorhoede-cavalerie werd omstreeks
12 uur v. m. bericht ontvangen, dat deze, ter versterking van
de zelfstandige cavalerie, stelling had genomen bij hoogtepunt
1128 W. van paal 55 tegenover een vijandelijk eskadron met
madsengeweren, dat in stelling lag op den W. oever van de
Tjikoendoel.
Te 12 40 n. m. werd de voorhoede, nabij hoogtepunt 1128
gekomen, a cheval van den weg ontwikkeld en werden de mi
trailleurs in stelling gebracht ten Z. van den weg.
Na een kort vuurgevecht verliet daarop de vijand zijne stel
ling, gevolgd door de voorhoede, welke daarbij spoedig de marsch-
formatie herstelde. Te 1.35 n. m., bij aankomst van de spits
bij het bruggetje over de Tji Djember W. van paal 57, bleek
dit te zijn versperd, terwijl de Z. helling van den Poentjak nabij
den rijweg bezet bleek door afgezeten cavalerie met madsenge
weren. Onder dekking van den voortroep, die daartoe in stel
ling was gekomen en het vuur had geopend, werd de versper
ring opgeruimd.
Inmiddels was tegen 1.30 n. m. het hoofd der hoofdmacht
reeds nabij den W. rand Tjimatjan gekomen, op grond waarvan
de brigade-commandant meende nog vóór het invallen van de
duisternis den Poentjak te kunnen nemen.
Met het oog op het zware terrein werd echter een groote
rust gegeven tot 2.30 n. m., alvorens tegen den Poentjak op
te rukken.