18
Met de voorhoede in gevechtsformatie werd daarbij doorge
marcheerd tot den N. W. rand van kampong Djember, alwaar
stelling werd genomen met 1 compagnie ten O., en 1 compag
nie en de mitrailleurs ten W. van den weg. Aangezien de voor
hoede volgens scheidsrechterlijke beslissing niet verder vooruit
kon, werd deze thans met 2 compagnieën van de hoofdmacht
versterkt, terwijl tevens de beide batterijen opdracht kregen ten
Z. W. en ten N. van paal 57 in stelling te komen om den aan
val te steunen.
Door den Leider werd op dit oogenblik ingegrepen en beslist,
dat ook in verband met den van af 4 uur n. m. vallenden
zwaren regen, welke de artillerie belette de doelen waar te ne
men de doorgezette aanval zooveel tijd zou vorderen, dat de
strijd in dit zware terrein niet voor het invallen van de duis
ternis meer tot een beslissing zou kunnen worden gebracht.
In verband hiermede werd te 4.15 n. m. het gevecht afgebro
ken en de brigade gelegerd langs den grooten weg in de kam
pongs Tjimatjan en Sindanglaja, waarbij werd verondersteld, dat
de troepen in werkelijkheid zouden zijn gelegerd, als vermeld in
de toelichtingen van bijlage XXXI.
Door den divisie-commandant, die] de 2de brigade was ge
volgd, werd bepaald, dat de autotractie-batterij den volgenden
morgen om 6 uur v.m. zou vertrekken naar de 4de brigade, aange
zien het overtrekken van den Poentjak na de zware regens tot
zeer veel oponthoud aanleiding zou geven.
Verrichtingen van de 2de brigade.
Op grond van punt 2 der „Bepalingen in verband met
den vredestoestand" was aangenomen, dat te Paroengkoeda
aankwamen: te 7 uur v.m. het commando van den brigade
staf en 3 compagnieën van infanterie IVte 8 uur v, m. 1
compagnie infanterie IV en C. L. H. 4 en dat de overige troe
pen der 4de brigade van af 9 uur v. m. telkens met 1 uur
tusschenruimte, achtereenvolgens te Tjibadak en Paroengkoeda
zouden aankomen, met dien verstande, dat het le marsch-
échelon, bestaande uit den brigade-staf (zonder troepentrein),
infanterie IV en IX; cavalerie L. H. 4„ mitrailleurs 4, en artil-