19
lerie II Vdte 12 30 n. m. van laatstgenoemde plaats zou kun
nen afmarcheeren.
Het 2de marschéchelon (infanterie XV en de troepentrein van
den brigade-staf) zou eerst te 2.30 n. m. van Tjibadak afmar
cheeren.
Te Paroengkoeda werden uitgegeven de bevelen No. 1, 2 en
3 (bijlagen XIX, XX en XXI).
De tot dekking van de uitlading te H. Paroengkoeda uitgezette
voorposten waren voortdurend in voeling met vijandelijke cavale
rie; de officierspatrouille, welke in opdracht had in de richting
van Buitenzorg op te helderen, werd bij paal 79 teruggedreven
en kon eerst in den middag hare verkenning voortzetten.
In den loop van den morgen viel een peloton roode cava
lerie in een hinderlaag te Tjitjoeroeg en werd buiten gevecht
gesteld.
Te 12.30 marcheerde het 1ste échelon van Paroengkoeda af.
Aangezien door den Leider was bepaald, dat alle troepen en
treinen vóór het intreden van de duisternis hunne nachtkwar
tieren moesten hebben betrokken, werd, in afwijking van het
daaromtrent in het marschbevel bepaalde, het kantonnement niet
te Tjisalapa doch te Tjitjoeroeg betrokken, waar het lste marsch
échelon te 2 uur n. m., het 2de te 5.45 n. m. aankwam.
Vóór het einde van den marsch van het lste échelon, welks
voorhoede voortdurend in voeling was gebleven met vijandelijke
cavalerie, werd uitgegeven het bevel, opgenomen in bijlage XXII,
later gevolgd door het legeringsbevel (bijlage XX11I).
In den loop van den avond kwamen van de beide uitgezon
den officierspatrouilles berichten binnen, waaruit bleek:
le. dat zich te Buitenzorg en in het terrein ten Z. van de
stad en ten W. van de Tjisadane geen vijandelijke troepen op
hielden.
2e. dat te 6 n. m. Tjiherang Pondok bezet was door vijande
lijke infanterie en cavalerie en Bitoengpasir door vijandelijke
infanterie en artillerie.
Met den divisie-commandant bestond over Paroengkoeda en
Tjiandjoer telefonische gemeenschap over de gouvernements
telefoonlijn.