20
De opstelling van de troepen in den nacht van 21 op 22
September is aangegeven op schets No. 1.
22 September.
I. Rood.
Verrichtingen van het vooruitgeschoven detachement.
Te 12.15 v.m. bereikte den detachementscommandant het
bevel No. 3 van den brigade-commandant (bijlage XII), waarvan
te 12.35 een afschrift werd gezonden aan den commandant van
de troepen op den Poentjak. Tevens werd deze in kennis ge
steld met het voornemen van den detachementscommandant om
bij een eventueelen terugtocht tegenstand te bieden in het heu
velterrein bij Pasir Angin.
Aan de overige troependeelen werd te 5.30 v. m. het bevel
No. 2 (bijlage XXIV) verstrekt.
Te 7.30 v.m. werd de stelling op den Poentjak aangevallen
door, naar schatting, eenige bataljons infanterie en twee batte
rijen artillerie, waardoor de bezetting te 8 uur v.m. genoodzaakt was
hare stelling te ontruimen, en in W. richting terug te trekken.
Na nog eenigen weerstand te hebben geboden in den O. rand
van Toegoe 2 en nabij Kopo, werd nabij paal 50 de groote weg
verlaten en in het heuvelterrein P. Angin - G. Golis stelling
genomen, waarbij aansluiting werd verkregen met de inmiddels
van den weg Tjiawi 2 - Tjibadak teruggetrokken afdeeling.
De stelling in den Zuidrand van Tjiherang Pondok was in
den vroegen morgen wederom bezet door 3 compagnieën infan
terie XIV en de sectie bergartillerie.
Het 2de eskadron cavalerie, dat ter verkenning in Z. richting
afgemarcheerd en te 7.40 v. m. nabij halte Tjigombong was ge-
stooten op 2 pelotons blauwe cavalerie, welke op korteren af
stand gevolgd werden door een infanterie-voorhoede, slaagde er
in den vijand hier een half uur op te houden en ook later, bij
halte Masing, diens opmarsch wederom eenigen tijd te vertragen.
Te 8.45 v.m. ontving de detachementscommandant bericht van
den commandant van de zelfstandige cavalerie, dat deze te
8 uur v.m. zijn stelling op den Poentjak had moeten ontruimen.